Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. exil:
  2. exilé:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor exil (Frans) in het Nederlands

exil:

exil [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'exil (émigration)
    de uitwijking
  2. l'exil (bannissement; expulsion; refoulement; )
    de ballingschap; de deportatie; de verbanning; de uitbanning

Vertaal Matrix voor exil:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ballingschap bannissement; conjuration; déportation; exil; exorcisation; exorcisme; expulsion; refoulement
deportatie bannissement; conjuration; déportation; exil; exorcisation; exorcisme; expulsion; refoulement déportation
uitbanning bannissement; conjuration; déportation; exil; exorcisation; exorcisme; expulsion; refoulement conjuration; exorcisation; exorcisme
uitwijking exil; émigration
verbanning bannissement; conjuration; déportation; exil; exorcisation; exorcisme; expulsion; refoulement

Synoniemen voor "exil":


Wiktionary: exil

exil
noun
  1. het verbod opgelegd krijgen naar een bepaalde plaats terug te keren

Cross Translation:
FromToVia
exil ballingschap exile — the state of being banished from one's home or country

exilé:

exilé [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'exilé (banni; personne expulsée)
    de balling; de banneling; verstotene

Vertaal Matrix voor exilé:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balling banni; exilé; personne expulsée
banneling banni; exilé; personne expulsée
verstotene banni; exilé; personne expulsée

Synoniemen voor "exilé":


Wiktionary: exilé

exilé
noun
  1. iemand die verbannen is

Verwante vertalingen van exil