Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
distinguer:
- onderscheiden; onderscheid maken; zien; opmerken; kijken; bekijken; aanschouwen; ontwaren; turen; staren; uit elkaar houden; uiteenhouden; een ereteken geven; waarnemen; observeren; gewaarworden; gadeslaan; merken; horen; signaleren; voelen; decoreren; ridderen; een onderscheidingsteken geven; bemerken; bespeuren
-
Wiktionary:
- distinguer → distingeren, onderscheiden
- distinguer → onderscheiden, onderkennen, schillen, verschillen
Frans
Uitgebreide vertaling voor distinguer (Frans) in het Nederlands
distinguer:
distinguer werkwoord (distingue, distingues, distinguons, distinguez, distinguent, distinguais, distinguait, distinguions, distinguiez, distinguaient, distinguai, distinguas, distingua, distinguâmes, distinguâtes, distinguèrent, distinguerai, distingueras, distinguera, distinguerons, distinguerez, distingueront)
-
distinguer (descerner)
-
distinguer (apercevoir; voir; regarder; observer; embrasser du regard; faire remarquer; percevoir; remarquer; constater; faire observer; enregistrer; discerner)
-
distinguer
onderscheiden; uit elkaar houden; uiteenhouden-
uit elkaar houden werkwoord (houd uit elkaar, houdt uit elkaar, hield uit elkaar, hielden uit elkaar, uit elkaar gehouden)
-
uiteenhouden werkwoord
-
distinguer (discerner; déterminer)
-
distinguer (observer; voir; se rendre compte de; apercevoir; remarquer; percevoir)
-
distinguer (décorer; armer chevalier; descerner; recevoir chevalier; adouber; honorer de)
-
distinguer (apercevoir; voir; percevoir; se rendre compte de; remarquer; observer; constater; s'apercevoir de; s'aviser de)
Conjugations for distinguer:
Présent
- distingue
- distingues
- distingue
- distinguons
- distinguez
- distinguent
imparfait
- distinguais
- distinguais
- distinguait
- distinguions
- distinguiez
- distinguaient
passé simple
- distinguai
- distinguas
- distingua
- distinguâmes
- distinguâtes
- distinguèrent
futur simple
- distinguerai
- distingueras
- distinguera
- distinguerons
- distinguerez
- distingueront
subjonctif présent
- que je distingue
- que tu distingues
- qu'il distingue
- que nous distinguions
- que vous distinguiez
- qu'ils distinguent
conditionnel présent
- distinguerais
- distinguerais
- distinguerait
- distinguerions
- distingueriez
- distingueraient
passé composé
- ai distingué
- as distingué
- a distingué
- avons distingué
- avez distingué
- ont distingué
divers
- distingue!
- distinguez!
- distinguons!
- distingué
- distinguant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor distinguer:
Synoniemen voor "distinguer":
Wiktionary: distinguer
distinguer
Cross Translation:
verb
-
onderscheiden, een verschil maken, een onderscheid maken
-
een verschil in aanmerking nemen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• distinguer | → onderscheiden | ↔ distinguish — to see someone or something as different from others |
• distinguer | → onderscheiden; onderkennen | ↔ unterscheiden — (transitiv) oder mit zwischen: trennen, differenzieren, auseinanderhalten, einen Unterschied machen |
• distinguer | → onderscheiden; schillen; verschillen | ↔ unterscheiden — (reflexiv) sich (von etwas/ jemandem) unterscheiden: anders sein (als etwas/ jemand) |
Computer vertaling door derden: