Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- délabré:
-
Wiktionary:
- délabré → verwaarloosd, verloederd, vervallen, bouwvallig, gammel, wankel, voos, vermolmd
Frans
Uitgebreide vertaling voor délabré (Frans) in het Nederlands
délabré:
-
délabré (branlant; croulant)
ruïneus; bouwvallig; gammel-
ruïneus bijvoeglijk naamwoord
-
bouwvallig bijvoeglijk naamwoord
-
gammel bijvoeglijk naamwoord
-
-
délabré (en mauvais état)
-
délabré (en morceaux; en pièces; cassé; brisé; endommagé; dévoré; fêlé; rompu; détérioré; lacéré; fracturé; dans un état triste)
gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk; aan stukken-
gebroken bijvoeglijk naamwoord
-
geruineerd bijvoeglijk naamwoord
-
kapot bijvoeglijk naamwoord
-
naar de knoppen bijvoeglijk naamwoord
-
stuk bijvoeglijk naamwoord
-
aan stukken bijvoeglijk naamwoord
-
-
délabré (abîmé; endommagé; cassé; brisé; rompu; en morceaux; troué; fracturé; crevé; détraqué; lacéré; en pièces; en dérangement; avarié; en lambeaux; variolé; fêlé; déchiré)
beschadigd; kapot; gebarsten; stuk-
beschadigd bijvoeglijk naamwoord
-
kapot bijvoeglijk naamwoord
-
gebarsten bijvoeglijk naamwoord
-
stuk bijvoeglijk naamwoord
-
-
délabré (abîmé; défiguré; endommagé; gâché; détérioré; difforme)
-
délabré (blessé; avarié; en lambeaux; abîmé; endommagé; mangé des mites; détérioré; en pièces; variolé)
gewond; aangeslagen; gehavend-
gewond bijvoeglijk naamwoord
-
aangeslagen bijvoeglijk naamwoord
-
gehavend bijvoeglijk naamwoord
-
-
délabré (branlant; instable; croulant; cassable; cassant; chancelant; inconstant; chevrotant)
krakkemikkig; zwak; wankel; gammel-
krakkemikkig bijvoeglijk naamwoord
-
zwak bijvoeglijk naamwoord
-
wankel bijvoeglijk naamwoord
-
gammel bijvoeglijk naamwoord
-
-
délabré (branlant)
krakkemikkige-
krakkemikkige bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor délabré:
Synoniemen voor "délabré":
Wiktionary: délabré
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• délabré | → verwaarloosd; verloederd; vervallen | ↔ dilapidated — having fallen into a state of disrepair |
• délabré | → bouwvallig; gammel | ↔ ramshackle — in disrepair or disorder |
• délabré | → wankel | ↔ rickety — not strong because of poor construction or upkeep |
• délabré | → voos; vermolmd | ↔ morsch — übertragen: gebrechlich |