Costume: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

costume:
- kleding; kleren; tenue; plunje; kostuum; maatpak; pak; gewaad; herenkostuum; colbertkostuum; uniform; uitdossing
costumé:
- gekostumeerd
Wiktionary:
- costume → klederdracht, kostuum, vermomming

Frans

Uitgebreide vertaling voor costume (Frans) in het Nederlands

le costume (habits; vêtements; tenue; habillement; habit; toilette)
de kleding; de kleren; de tenue; de plunje
- kleding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kleren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- tenue [de ~] zelfstandig naamwoord
- plunje [de ~] zelfstandig naamwoord
le costume (costume sur mesure; tenue; costume trois-pièces; ensemble; complet)
het kostuum; het maatpak; de pak
- kostuum [het ~] zelfstandig naamwoord
- maatpak [het ~] zelfstandig naamwoord
- pak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le costume (vêtements; tenue; toilette; habits; équipement; habillement; habit)
de kleren; het gewaad; de tenue
- kleren [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- gewaad [het ~] zelfstandig naamwoord
- tenue [de ~] zelfstandig naamwoord
le costume (ensemble)
de pak; het herenkostuum
- pak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- herenkostuum [het ~] zelfstandig naamwoord
le costume
het colbertkostuum
- colbertkostuum [het ~] zelfstandig naamwoord
le costume (uniforme; tenue militaire; costume trois-pièces; ensemble; tenue)
de uniform; de tenue
- uniform [de ~] zelfstandig naamwoord
- tenue [de ~] zelfstandig naamwoord
le costume (tenue; vêtements; habit)
de uitdossing
- uitdossing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
colbertkostuum	costume
gewaad	costume; habillement; habit; habits; tenue; toilette; vêtements; équipement	robe
herenkostuum	costume; ensemble
kleding	costume; habillement; habit; habits; tenue; toilette; vêtements	habillement
kleren	costume; habillement; habit; habits; tenue; toilette; vêtements; équipement	effets; habits; vêtements
kostuum	complet; costume; costume sur mesure; costume trois-pièces; ensemble; tenue
maatpak	complet; costume; costume sur mesure; costume trois-pièces; ensemble; tenue
pak	complet; costume; costume sur mesure; costume trois-pièces; ensemble; tenue	balle; ballot; bourse; emballage; empaquetage; paquet; peloton
plunje	costume; habillement; habit; habits; tenue; toilette; vêtements
tenue	costume; costume trois-pièces; ensemble; habillement; habit; habits; tenue; tenue militaire; toilette; uniforme; vêtements; équipement
uitdossing	costume; habit; tenue; vêtements
uniform	costume; costume trois-pièces; ensemble; tenue; tenue militaire; uniforme
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
uniform		plat; uniforme; uniformément; égal

Cross Translation:

From	To	Via
• costume	→ klederdracht; kostuum	↔ costume — dress of a particular country, period or people
• costume	→ vermomming; kostuum	↔ costume — disguise
• costume	→ kostuum; klederdracht	↔ costume — set of clothes appropriate for a particular occasion
• costume	→ kostuum	↔ suit — suit of clothes

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gekostumeerd	costumé