Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
bol:
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- bol:
- bollen:
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor bol (Frans) in het Nederlands
bol:
Synoniemen voor "bol":
Verwante vertalingen van bol
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor bol (Nederlands) in het Frans
bol:
-
de bol (hoofd van een mens; hoofd)
-
de bol (bolletje)
la petite boule -
de bol (globe; aarde)
-
bol (bolstaand)
-
bol (bolvormig; kogelvormig)
bombé; enflé; arrondi; rond; bouffi; en forme de globe; sphérique; en forme de sphère; en forme de balle-
bombé bijvoeglijk naamwoord
-
enflé bijvoeglijk naamwoord
-
arrondi bijvoeglijk naamwoord
-
rond bijvoeglijk naamwoord
-
bouffi bijvoeglijk naamwoord
-
en forme de globe bijvoeglijk naamwoord
-
sphérique bijvoeglijk naamwoord
-
en forme de sphère bijvoeglijk naamwoord
-
en forme de balle bijvoeglijk naamwoord
-
-
bol (kogelrond; sferisch; rond)
rond; arrondi; circulaire; en boule; globulaire; sphérique-
rond bijvoeglijk naamwoord
-
arrondi bijvoeglijk naamwoord
-
circulaire bijvoeglijk naamwoord
-
en boule bijvoeglijk naamwoord
-
globulaire bijvoeglijk naamwoord
-
sphérique bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor bol:
Verwante woorden van "bol":
Antoniemen van "bol":
Verwante definities voor "bol":
Wiktionary: bol
bol
bol
Cross Translation:
noun
-
(botanique) Organe végétal souterrain formé par un bourgeon entouré de feuilles charnues, permettant à la plante de reformer chaque année ses parties aériennes.
-
géométrie|fr surface dans l’espace à trois dimensions dont tous les points sont situés à une même distance d’un point appelé centre.
-
(architecture) ouvrage de maçonnerie cintrer, en arc, dont les pièces se soutiennent les unes les autres, qui sert à couvrir un espace.
-
(architecture) ouvrage de maçonnerie cintrer, en arc, dont les pièces se soutiennent les unes les autres, qui sert à couvrir un espace.
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bol | → boule; balle | ↔ ball — solid or hollow sphere |
• bol | → convexe | ↔ convex — curved or bowed outward like the outside of a bowl or sphere or circle |
• bol | → bleuet; centaurée bleuet | ↔ cornflower — Centaurea cyanus |
• bol | → fond | ↔ crown — of a hat |
• bol | → pelle | ↔ scoop — any cup- or bowl-shaped object |
• bol | → sphère | ↔ sphere — mathematics: regular three-dimensional object |
• bol | → sphère; boule | ↔ sphere — spherical physical object |
• bol | → boule | ↔ Kugel — Geometrie: Volumen, das von einem Rand umgeben wird, dessen Punkte alle den gleichen Abstand von einem Punkt (Mittelpunkt) besitzen |
• bol | → convexe | ↔ konvex — Geometrie: (nach außen) gewölbt |
bollen:
-
de bollen (ballen)
-
bollen (opbollen)
enfler; grossir; bomber; bouffer; se gonfler; se ballonner-
enfler werkwoord (enfle, enfles, enflons, enflez, enflent, enflais, enflait, enflions, enfliez, enflaient, enflai, enflas, enfla, enflâmes, enflâtes, enflèrent, enflerai, enfleras, enflera, enflerons, enflerez, enfleront)
-
grossir werkwoord (grossis, grossit, grossissons, grossissez, grossissent, grossissais, grossissait, grossissions, grossissiez, grossissaient, grossîmes, grossîtes, grossirent, grossirai, grossiras, grossira, grossirons, grossirez, grossiront)
-
bomber werkwoord (bombe, bombes, bombons, bombez, bombent, bombais, bombait, bombions, bombiez, bombaient, bombai, bombas, bomba, bombâmes, bombâtes, bombèrent, bomberai, bomberas, bombera, bomberons, bomberez, bomberont)
-
bouffer werkwoord (bouffe, bouffes, bouffons, bouffez, bouffent, bouffais, bouffait, bouffions, bouffiez, bouffaient, bouffai, bouffas, bouffa, bouffâmes, bouffâtes, bouffèrent, boufferai, boufferas, bouffera, boufferons, boufferez, boufferont)
-
se gonfler werkwoord
-
se ballonner werkwoord
-
Conjugations for bollen:
o.t.t.
- bol
- bolt
- bolt
- bollen
- bollen
- bollen
o.v.t.
- bolde
- bolde
- bolde
- bolden
- bolden
- bolden
v.t.t.
- heb gebold
- hebt gebold
- heeft gebold
- hebben gebold
- hebben gebold
- hebben gebold
v.v.t.
- had gebold
- had gebold
- had gebold
- hadden gebold
- hadden gebold
- hadden gebold
o.t.t.t.
- zal bollen
- zult bollen
- zal bollen
- zullen bollen
- zullen bollen
- zullen bollen
o.v.t.t.
- zou bollen
- zou bollen
- zou bollen
- zouden bollen
- zouden bollen
- zouden bollen
en verder
- ben gebold
- bent gebold
- is gebold
- zijn gebold
- zijn gebold
- zijn gebold
diversen
- bol!
- bolt!
- gebold
- bollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze