Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: attendre

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: attendre

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

attendre:
- wachten; afwachten; opwachten
Wiktionary:
- attendre → wachten, verwachten, te wachten staan, afwachten
- attendre → afwachten, wachten, verwachten

Frans

Uitgebreide vertaling voor attendre (Frans) in het Nederlands

attendre:

attendre werkwoord (attends, attend, attendons, attendez, attendent, attendais, attendait, attendions, attendiez, attendaient, attendis, attendit, attendîmes, attendîtes, attendirent, attendrai, attendras, attendra, attendrons, attendrez, attendront)

attendre (guetter)
wachten; afwachten
- wachten werkwoord (wacht, wachtte, wachtten, gewacht)
- afwachten werkwoord (wacht af, wachtte af, wachtten af, afgewacht)
attendre (patienter)
afwachten
- afwachten werkwoord (wacht af, wachtte af, wachtten af, afgewacht)
attendre
opwachten
- opwachten werkwoord (wacht op, wachtte op, wachtten op, opgewacht)

Conjugations for attendre:

Présent

attends
attends
attend
attendons
attendez
attendent

imparfait

attendais
attendais
attendait
attendions
attendiez
attendaient

passé simple

attendis
attendis
attendit
attendîmes
attendîtes
attendirent

futur simple

attendrai
attendras
attendra
attendrons
attendrez
attendront

subjonctif présent

que j'attende
que tu attendes
qu'il attende
que nous attendions
que vous attendiez
qu'ils attendent

conditionnel présent

attendrais
attendrais
attendrait
attendrions
attendriez
attendraient

passé composé

ai attendu
as attendu
a attendu
avons attendu
avez attendu
ont attendu

divers

attends!
attendez!
attendons!
attendu
attendant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor attendre:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afwachten		attente
opwachten		attente
wachten		gardiens; patrouille
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afwachten	attendre; guetter; patienter
opwachten	attendre
wachten	attendre; guetter	mettre en attente

Synoniemen voor "attendre":

attarder; retarder; traîner; lambiner; musarder; espérer; patienter; escompter; aspirer; présumer; souhaiter; penser; tabler; hésiter; délibérer; douter; balancer; tergiverser; flotter; barguigner; atermoyer; osciller; languir; stagner; végéter; dépérir; décliner; désirer; soupirer; morfondre; endurer; accepter; guetter; pauser; poireauter; poiroter; ajourner; différer; renvoyer; surseoir; remettre; décaler; prolonger; proroger; ralentir

Wiktionary: attendre

attendre

verb

Ne pas bouger, rester là où l’on est pour la venue de quelque chose ou de quelqu’un.
- attendre → wachten; verwachten; te wachten staan

attendre

verb

wachten op wat er gaat gebeuren
- afwachten → attendre
op dezelfde plaats of in dezelfde situatie blijven tot iemand komt of iets gebeurt
- wachten → attendre

Cross Translation:

From	To	Via
• attendre	→ afwachten; wachten; verwachten	↔ await — transitive: to wait for
• attendre	→ wachten; afwachten	↔ wait — delay until some event
• attendre	→ verwachten	↔ erwarten — auf jmdn./etw. warten, dem Eintreffen von etwas entgegensehen; denken, dass etwas kommen/passieren wird
• attendre	→ wachten	↔ warten — (intransitiv) Zeit verstreichen lassen beziehungsweise untätig sein, bis ein bestimmter Zustand eintreffen

Verwante vertalingen van attendre