Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: admirer

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: admirer

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

admirer:
- bewonderen; opkijken naar; opkijken tegen
Wiktionary:
- admirer → bewonderen
- admirer → bewonderen, aanbidden

Frans

Uitgebreide vertaling voor admirer (Frans) in het Nederlands

admirer:

admirer werkwoord (admire, admires, admirons, admirez, admirent, admirais, admirait, admirions, admiriez, admiraient, admirai, admiras, admira, admirâmes, admirâtes, admirèrent, admirerai, admireras, admirera, admirerons, admirerez, admireront)

admirer
bewonderen
- bewonderen werkwoord (bewonder, bewondert, bewonderde, bewonderden, bewonderd)
admirer (se sentir petit à côté)
opkijken naar
- opkijken naar werkwoord (kijk op naar, kijkt op naar, keek op naar, keken op naar, opgekeken naar)
admirer (respecter; appréhender)
opkijken tegen
- opkijken tegen werkwoord (kijk op tegen, kijkt op tegen, keek op tegen, keken op tegen, opgekeken tegen)

Conjugations for admirer:

Présent

admire
admires
admire
admirons
admirez
admirent

imparfait

admirais
admirais
admirait
admirions
admiriez
admiraient

passé simple

admirai
admiras
admira
admirâmes
admirâtes
admirèrent

futur simple

admirerai
admireras
admirera
admirerons
admirerez
admireront

subjonctif présent

que j'admire
que tu admires
qu'il admire
que nous admirions
que vous admiriez
qu'ils admirent

conditionnel présent

admirerais
admirerais
admirerait
admirerions
admireriez
admireraient

passé composé

ai admiré
as admiré
a admiré
avons admiré
avez admiré
ont admiré

divers

admire!
admirez!
admirons!
admiré
admirant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor admirer:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bewonderen	admirer
opkijken naar	admirer; se sentir petit à côté
opkijken tegen	admirer; appréhender; respecter

Synoniemen voor "admirer":

contempler; apprécier; simuler; goûter; priser; passonniel; célébrer; louer; béer; rêver; bayer; rêvasser; regarder; exalter; glorifier; magnifier; vanter; complimenter; chanter; déifier; diviniser; encenser; bénir; pâmer; défaillir; évanouir; abandonner; enthousiasmer; voir; examiner; compter; envisager; économiser; avoir affaire

Wiktionary: admirer

admirer

verb

considérer avec un étonnement mêler de plaisir ce qui paraitre beau, ce qui paraît merveilleux.
- admirer → bewonderen

admirer

verb

bekijken met respect
- bewonderen → admirer

Cross Translation:

From	To	Via
• admirer	→ bewonderen; aanbidden	↔ admire — regard with wonder and delight

Computer vertaling door derden: