Source: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

source:
- herkomst; origine; afkomst; afstamming; komaf; bron; wel; waterput; put; informatiebron; rivierbron; oorsprong; bakermat; inspiratiebron; waterbron; gegevensbron; bronvoorziening
Wiktionary:
- source → bron, wel, welput
- source → bron, oorsprong, wel

Frans

Uitgebreide vertaling voor source (Frans) in het Nederlands

la source (descendance; origine; provenance; racines; ascendance)
de herkomst; de origine; de afkomst; de afstamming; de komaf
- herkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- origine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- afkomst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- afstamming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- komaf [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la source (fontaine)
de bron; de wel; de waterput; de put
- bron [de ~] zelfstandig naamwoord
- wel [de ~] zelfstandig naamwoord
- waterput [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- put [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la source (source d'informations)
de informatiebron; de bron
- informatiebron [de ~] zelfstandig naamwoord
- bron [de ~] zelfstandig naamwoord
la source
de bron; rivierbron
- bron [de ~] zelfstandig naamwoord
- rivierbron [znw.] zelfstandig naamwoord
la source
de bron
- bron [de ~] zelfstandig naamwoord
la source (origine; commencement)
de oorsprong; de bakermat
- oorsprong [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- bakermat [de ~] zelfstandig naamwoord
la source (source d'inspiration; puits)
de bron; de inspiratiebron
- bron [de ~] zelfstandig naamwoord
- inspiratiebron [de ~] zelfstandig naamwoord
la source (point d'eau)
de waterbron; de bron
- waterbron [de ~] zelfstandig naamwoord
- bron [de ~] zelfstandig naamwoord
la source (source de données)
de bron; gegevensbron
- bron [de ~] zelfstandig naamwoord
- gegevensbron
la source (fournisseur de source)
bronvoorziening
- bronvoorziening

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afkomst	ascendance; descendance; origine; provenance; racines; source
afstamming	ascendance; descendance; origine; provenance; racines; source	filiation
bakermat	commencement; origine; source	berceau; lieu de naissance; maison natale; mère patrie; patrie; pays d'origine; pays natal
bron	fontaine; point d'eau; puits; source; source d'informations; source d'inspiration; source de données	ressource
herkomst	ascendance; descendance; origine; provenance; racines; source
informatiebron	source; source d'informations	source d'information
inspiratiebron	puits; source; source d'inspiration
komaf	ascendance; descendance; origine; provenance; racines; source
oorsprong	commencement; origine; source	origine
origine	ascendance; descendance; origine; provenance; racines; source
put	fontaine; source
rivierbron	source
waterbron	point d'eau; source
waterput	fontaine; source
wel	fontaine; source
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
wel		eh bien; mais si; or; si
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bronvoorziening	fournisseur de source; source
gegevensbron	source; source de données	source de données

source

noun

source

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• source	→ bron	↔ Quelle — Ursprung eines Flusses, fließenden Gewässers; Ort des augenscheinlichen oberirdischen Austritts von Gewässern
• source	→ bron	↔ Quelle — Person, die über direkte Informationen verfügt
• source	→ bron	↔ Quelle — wissenschaftlich auswertbares Primärmaterial
• source	→ oorsprong	↔ origin — source of a river, information, goods, etc.
• source	→ bron	↔ source — person, place or thing from which something comes or is acquired
• source	→ bron	↔ source — spring; fountainhead; collection of water
• source	→ bron	↔ source — reporter's informant
• source	→ bron; wel	↔ spring — water source
• source	→ bron; wel	↔ well — spring