Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- succès:
- Wiktionary:
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- succes:
-
Wiktionary:
- succes → succès, aboutissement
- succes → bonne chance, bon courage, que Dieu soit avec toi/vous, succès
Frans
Uitgebreide vertaling voor succès (Frans) in het Nederlands
succès:
-
le succès (tube; meilleure vente; réussite; bestseller)
-
le succès (réussite)
-
le succès (réussite; prospérité)
-
le succès (réussite; prospérité; chance)
-
le succès (prospérité; bonne fortune; bonheur; félicité; salut)
-
le succès (approbation; accord; consentement)
-
le succès (best-sellers; sommets; tubes)
-
le succès (pièces qui ont du succès; tubes)
Vertaal Matrix voor succès:
Synoniemen voor "succès":
Verwante vertalingen van succès
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor succès (Nederlands) in het Frans
succes:
-
het succes (welslagen; voorspoedigheid)
-
het succes
-
het succes (bestseller; hit)
-
het succes (succesnummer; hit; kraker; topper; treffer; successtuk; klapper; schlager; kasstuk)
Vertaal Matrix voor succes:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bestseller | bestseller; hit; succes | |
meilleure vente | bestseller; hit; succes | |
prospérité | succes; voorspoedigheid; welslagen | gelukken; heil; lukken; slagen; voorspoed; welstand; welvaart; welvarendheid; welzijn |
réussite | bestseller; hit; succes; voorspoedigheid; welslagen | gelukken; lukken; slagen |
succè | hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer | |
succès | bestseller; hit; succes; voorspoedigheid; welslagen | bestsellers; bijval; gelukken; heil; instemming; lukken; slagen; successtukken; toppers; voorspoed; welzijn |
tube | bestseller; hit; kasstuk; klapper; kraker; schlager; succes; succesnummer; successtuk; topper; treffer | buis; buisje; fiool; flacon; flesje; successtuk; tube |
Verwante woorden van "succes":
Verwante definities voor "succes":
Wiktionary: succes
succes
Cross Translation:
noun
succes
-
het slagen van een opzet
- succes → succès
noun
-
Action d’aboutir.
-
Ce qui arriver à quelqu’un de conforme au but qu’il se proposer dans une affaire, dans une entreprise, dans un travail.
-
-
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• succes | → bonne chance; bon courage; que Dieu soit avec toi/vous | ↔ Godspeed — an expression of good will |
• succes | → bonne chance | ↔ good luck — wish of fortune or encouragement |
• succes | → succès | ↔ success — achievement of one's aim or goal |