Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: niche

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: niche

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. niche:
  2. nicher:
  3. nichée:
  4. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. niche:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor niche (Frans) in het Nederlands

niche:

niche [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la niche (niche écologique; cavité)
    de niche
    • niche [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. la niche
    het hondenhok; hok van een hond
  3. la niche (cavité; caverne; tanière)
    holle ruimte; de hol
    • holle ruimte [znw.] zelfstandig naamwoord
    • hol [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  4. la niche (cage; cabine; cabane)
    dierenverblijfplaats; het hok
  5. la niche (alvéole)
    de holte; de nis
    • holte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • nis [de ~] zelfstandig naamwoord
  6. la niche (tour; drôlerie; ruse)
    de streek; de poets
    • streek [de ~] zelfstandig naamwoord
    • poets [de ~] zelfstandig naamwoord
  7. la niche (débarras; dépôt; remisage; )
    de berging; de bergruimte; het berghok
    • berging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • bergruimte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • berghok [het ~] zelfstandig naamwoord
  8. la niche (cavité; tanière; compartiment; caverne)
    de holte; muurnis; de nis; de uitholling
    • holte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • muurnis [znw.] zelfstandig naamwoord
    • nis [de ~] zelfstandig naamwoord
    • uitholling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  9. la niche (box; boîte; cage; )
    de box; de opbergruimte
    • box [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opbergruimte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  10. la niche (espièglerie; taquinerie)
    de guitenstreek; schelmstuk

Vertaal Matrix voor niche:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berghok appentis; débarras; dépôt; lice; niche; préceinte; remisage; remise; resserre; taudis
berging appentis; débarras; dépôt; lice; niche; préceinte; remisage; remise; resserre; taudis conservation; dépôt; détention; garde; renflouement; sauvetage
bergruimte appentis; débarras; dépôt; lice; niche; préceinte; remisage; remise; resserre; taudis
box box; boîte; boîtier; cage; carton; débarras; niche; poulailler; taudis; volière parc pour bébés
dierenverblijfplaats cabane; cabine; cage; niche
guitenstreek espièglerie; niche; taquinerie
hok cabane; cabine; cage; niche cabane; cabine; chaumière; remise
hok van een hond niche
hol caverne; cavité; niche; tanière caverne; grotte; gîte; refuge; repaire; terrier
holle ruimte caverne; cavité; niche; tanière
holte alvéole; caverne; cavité; compartiment; niche; tanière
hondenhok niche
muurnis caverne; cavité; compartiment; niche; tanière
niche cavité; niche; niche écologique
nis alvéole; caverne; cavité; compartiment; niche; tanière
opbergruimte box; boîte; boîtier; cage; carton; débarras; niche; poulailler; taudis; volière
poets drôlerie; niche; ruse; tour
schelmstuk espièglerie; niche; taquinerie
streek drôlerie; niche; ruse; tour arrondissement; circonscription; contrée; district; domaine; département; leurre; piège; province; région; secteur; section; terrain; territoire; zone
uitholling caverne; cavité; compartiment; niche; tanière cavité; creux; fosse; trou
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hol banal; creux; vide de sens

Synoniemen voor "niche":


Wiktionary: niche

niche
noun
  1. Architecture
    • niche → nis
  2. Cabane pour chien
    • niche → hok
  3. Segment de marché
Cross Translation:
FromToVia
• niche → hondenhok; kennel ↔ kennel — shelter for a dog

niche vorm van nicher:

nicher werkwoord (niche, niches, nichons, nichez, )

  1. nicher (nidifier; airer)
    nestelen; zijn nest maken
  2. nicher (se trouver; étendre; pendre)
    uithangen; naar buiten hangen

Conjugations for nicher:

Présent
  1. niche
  2. niches
  3. niche
  4. nichons
  5. nichez
  6. nichent
imparfait
  1. nichais
  2. nichais
  3. nichait
  4. nichions
  5. nichiez
  6. nichaient
passé simple
  1. nichai
  2. nichas
  3. nicha
  4. nichâmes
  5. nichâtes
  6. nichèrent
futur simple
  1. nicherai
  2. nicheras
  3. nichera
  4. nicherons
  5. nicherez
  6. nicheront
subjonctif présent
  1. que je niche
  2. que tu niches
  3. qu'il niche
  4. que nous nichions
  5. que vous nichiez
  6. qu'ils nichent
conditionnel présent
  1. nicherais
  2. nicherais
  3. nicherait
  4. nicherions
  5. nicheriez
  6. nicheraient
passé composé
  1. ai niché
  2. as niché
  3. a niché
  4. avons niché
  5. avez niché
  6. ont niché
divers
  1. niche!
  2. nichez!
  3. nichons!
  5. niché
  6. nichant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor nicher:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
naar buiten hangen nicher; pendre; se trouver; étendre
nestelen airer; nicher; nidifier
uithangen nicher; pendre; se trouver; étendre se trouver
zijn nest maken airer; nicher; nidifier

Synoniemen voor "nicher":


Wiktionary: nicher

nicher
verb
  1. Traductions à trier suivant le sens
nicher
verb
  1. het bouwen van een nest en het grootbrengen van jongen erin, gewoonlijk van vogels
Cross Translation:
FromToVia
• nicher → nesten; nestelen ↔ nest — to build or settle into a nest

nichée:

nichée [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la nichée (couvée; enfants; progéniture; )
    het broed; het gebroed; het broedsel
    • broed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gebroed [het ~] zelfstandig naamwoord
    • broedsel [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la nichée (couvée)
    het gebroed; jong gedierte

Vertaal Matrix voor nichée:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broed couvée; descendance; enfants; lignée; nichée; progéniture; rejetons descendance; descendants; progéniture; rejetons
broedsel couvée; descendance; enfants; lignée; nichée; progéniture; rejetons
gebroed couvée; descendance; enfants; lignée; nichée; progéniture; rejetons bas peuple; camelote; canaille; culture; descendance; descendants; engeance; foule; plèbe; populace; progéniture; racaille; rejetons; vermine; élevage
jong gedierte couvée; nichée

Synoniemen voor "nichée":


Verwante vertalingen van niche



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor niche (Nederlands) in het Frans

niche:

niche [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de niche
    la niche; la cavité; la niche écologique

Vertaal Matrix voor niche:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cavité niche hol; holheid; holle ruimte; holte; kuil; leegheid; muurnis; nis; uitholling; voosheid
niche niche berghok; berging; bergruimte; box; dierenverblijfplaats; guitenstreek; hok; hok van een hond; hol; holle ruimte; holte; hondenhok; muurnis; nis; opbergruimte; poets; schelmstuk; streek; uitholling
niche écologique niche

Verwante woorden van "niche":

  • niches

Wiktionary: niche

niche
noun
  1. Segment de marché







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0558 seconde
Page rendered in 1.0 seconds