Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. linguistique:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor linguistique (Frans) in het Nederlands

linguistique:

linguistique bijvoeglijk naamwoord

  1. linguistique (linguistiquement)
    linguïstisch; taalkundig; taalwetenschappelijk

linguistique [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la linguistique
    de taalkunde
  2. la linguistique
    de linguïstiek
  3. la linguistique (étude de langues)
    de taalwetenschap

Vertaal Matrix voor linguistique:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
linguïstiek linguistique
taalkunde linguistique
taalwetenschap linguistique; étude de langues
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
linguïstisch linguistique; linguistiquement
taalkundig linguistique; linguistiquement
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
taalwetenschappelijk linguistique; linguistiquement

Synoniemen voor "linguistique":


Wiktionary: linguistique

linguistique
noun
  1. linguistique|fr science qui étudie le langage humain, l’organisation des différentes langues, la grammaire générale appliquer aux diverses langues.
linguistique
noun
  1. wetenschap die taal als onderzoeksobject heeft
  2. wetenschap
  3. de wetenschap die taal als onderzoeksobject heeft
adjective
  1. taalkunde|nld volgens de regels van de taalkunde
  2. volgens de regels van de taalkunde

Cross Translation:
FromToVia
linguistique taalkunde; linguïstiek; taalwetenschappen linguistics — scientific study of language
linguistique taalkunde; linguïstiek Linguistik — sprachwissenschaftliche Forschung/Disziplin, deren Ziel und Aufgabe in der Beschreibung und Erklärung der menschlichen Sprache, ihrer inneren Zusammenhänge, ihrer Funktion und Rolle in der Gesellschaft liegen
linguistique linguïstiek Sprachwissenschaft — die Wissenschaft von den Sprachen

Verwante vertalingen van linguistique