Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
correspondant:
- volgens; in overeenstemming met; overeenkomstig; passend bij; passend; adequaat; geschikt; gepast; juist; analoog; soortgelijk; gelijksoortig; gelijkaardig; gelijkslachtig; hetzelfde; gelijk; identiek; exact hetzelfde; eender; eenvormig; net zo; geheel gelijk
- rapporteur; journalist; referent; correspondent; reporter; verslaggever; berichtgever; commentator; journalist ter plaatse
- correspondant à:
- correspondre:
-
Wiktionary:
- correspondant → overeenkomstig, overeenkomend, aansprakelijk, verantwoordelijk, congruent
- correspondant → overeenstemmend, samenvallend, corresponderend, overeenkomstig, desbetreffend
- correspondre → overeenstemmen, overeenkomen, corresponderen, congruent zijn, elkaar dekken, rijmen, zich aanpassen
- correspondre → corresponderen, overeenstemmen, stroken, ontspreken, voldoen
Frans
Uitgebreide vertaling voor correspondant (Frans) in het Nederlands
correspondant:
-
correspondant (conforme; conformément; analogue)
volgens; in overeenstemming met; overeenkomstig; passend bij-
volgens bijvoeglijk naamwoord
-
in overeenstemming met bijvoeglijk naamwoord
-
overeenkomstig bijvoeglijk naamwoord
-
passend bij bijvoeglijk naamwoord
-
-
correspondant (adéquat; approprié; convenable; bon; adapté; décent; acceptable; proportionné; comme il faut)
-
correspondant (analogue; pareil; similaire; même; homogène; ainsi que; conforme; identique; de même que; le même; comme; égal; conformément; la même; la même chose; identiquement)
analoog; soortgelijk; gelijksoortig; gelijkaardig; gelijkslachtig-
analoog bijvoeglijk naamwoord
-
soortgelijk bijvoeglijk naamwoord
-
gelijksoortig bijvoeglijk naamwoord
-
gelijkaardig bijvoeglijk naamwoord
-
gelijkslachtig bijvoeglijk naamwoord
-
-
correspondant (identique; la même chose; même; la même; identiquement; égal; pareil; de même que; le même; équivalent; ainsi que; similaire; comme; dans le même état; concordant; de même valeur; conformément; inchangé; équipollent; conforme; uniforme; analogue)
hetzelfde; gelijk; identiek; exact hetzelfde; eender; eenvormig; net zo; geheel gelijk-
hetzelfde bijvoeglijk naamwoord
-
gelijk bijvoeglijk naamwoord
-
identiek bijvoeglijk naamwoord
-
exact hetzelfde bijvoeglijk naamwoord
-
eender bijvoeglijk naamwoord
-
eenvormig bijvoeglijk naamwoord
-
net zo bijvoeglijk naamwoord
-
geheel gelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
le correspondant (envoyé spécial; reporter; commentateur; rapporteur; informateur; tuyauteur; chroniqueur)
de rapporteur; de journalist; de referent; de correspondent; de reporter; de verslaggever; de berichtgever; de commentator -
le correspondant
Vertaal Matrix voor correspondant:
Synoniemen voor "correspondant":
Wiktionary: correspondant
correspondant
Cross Translation:
adjective
-
Qui correspondre à quelque chose.
- correspondant → overeenkomstig; overeenkomend; aansprakelijk; verantwoordelijk; congruent
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• correspondant | → overeenstemmend; samenvallend | ↔ commensurately — With equal measure or extent. |
• correspondant | → corresponderend; overeenkomstig | ↔ corresponding — that have a similar relationship |
• correspondant | → desbetreffend | ↔ einschlägig — zu einem bestimmten Gebiet, Bereich gehörend |
correspondant à:
-
correspondant à (appartenant à; faisant partie de)
-
correspondant à (appartenant à; faisant partie de)
behorende tot-
behorende tot bijvoeglijk naamwoord
-
-
correspondant à (similaire à; pareil; égal à; semblable; de même que; comme; ainsi que; analogue à; conformément à; conforme à)
Vertaal Matrix voor correspondant à:
correspondre:
correspondre werkwoord (corresponds, correspond, correspondons, correspondez, correspondent, correspondais, correspondait, correspondions, correspondiez, correspondaient, correspondis, correspondit, correspondîmes, correspondîtes, correspondirent, correspondrai, correspondras, correspondra, correspondrons, correspondrez, correspondront)
-
correspondre (relier à; se joindre à; ajouter; adjoindre; raccorder à; brancher sur; serrer les rangs)
-
correspondre (concorder; coïncider)
overeenstemmen; congruent zijn; kloppen-
overeenstemmen werkwoord (stem overeen, stemt overeen, stemde overeen, stemden overeen, overeen gestemd)
-
congruent zijn werkwoord (ben congruent, bent congruent, is congruent, was congruent, waren congruemt, congruent geweest)
-
Conjugations for correspondre:
Présent
- corresponds
- corresponds
- correspond
- correspondons
- correspondez
- correspondent
imparfait
- correspondais
- correspondais
- correspondait
- correspondions
- correspondiez
- correspondaient
passé simple
- correspondis
- correspondis
- correspondit
- correspondîmes
- correspondîtes
- correspondirent
futur simple
- correspondrai
- correspondras
- correspondra
- correspondrons
- correspondrez
- correspondront
subjonctif présent
- que je corresponde
- que tu correspondes
- qu'il corresponde
- que nous correspondions
- que vous correspondiez
- qu'ils correspondent
conditionnel présent
- correspondrais
- correspondrais
- correspondrait
- correspondrions
- correspondriez
- correspondraient
passé composé
- ai correspondu
- as correspondu
- a correspondu
- avons correspondu
- avez correspondu
- ont correspondu
divers
- corresponds!
- correspondez!
- correspondons!
- correspondu
- correspondant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor correspondre:
Synoniemen voor "correspondre":
Wiktionary: correspondre
correspondre
Cross Translation:
verb
correspondre
-
Être en rapport de symétrie et d’harmonie avec quelque chose.
- correspondre → overeenstemmen; overeenkomen; corresponderen; congruent zijn; elkaar dekken; rijmen; zich aanpassen
verb
-
gelijkenis vertonen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• correspondre | → corresponderen | ↔ correspond — To be equivalent or similar in character, quantity, quality, origin, structure, function etc |
• correspondre | → corresponderen | ↔ correspond — To exchange messages, especially by postal letter, over a period of time |
• correspondre | → overeenstemmen | ↔ match — to agree; to equal |
• correspondre | → stroken; ontspreken; voldoen | ↔ entsprechen — (mit Dativ) auf gleichem oder angemessenem Niveau sein |
• correspondre | → overeenstemmen; corresponderen | ↔ korrespondieren — übereinstimmen, entsprechen |
• correspondre | → corresponderen | ↔ korrespondieren — in Briefwechsel mit jemandem stehen |
• correspondre | → stroken | ↔ übereinstimmen — (intransitiv) sich inhaltlich gleichen oder ähneln |