Frans
Uitgebreide vertaling voor concret (Frans) in het Nederlands
concret:
-
concret (tangible; perceptible; sensible; saisissable; perceptiblement; d'une façon palpable)
concreet; stoffelijk; duidelijk; tastbaar; konkreet; aanraakbaar; voelbaar; grijpbaar-
concreet bijvoeglijk naamwoord
-
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
-
duidelijk bijvoeglijk naamwoord
-
tastbaar bijvoeglijk naamwoord
-
konkreet bijvoeglijk naamwoord
-
aanraakbaar bijvoeglijk naamwoord
-
voelbaar bijvoeglijk naamwoord
-
grijpbaar bijvoeglijk naamwoord
-
-
concret (dans la pratique; pratique; en pratique)
-
concret (existant; présent; en vigueur)
-
concret (évident; manifestement; vivant; clairement; clair; net; palpable; qui s'adresse à vue)
Vertaal Matrix voor concret:
Synoniemen voor "concret":
Computer vertaling door derden: