Frans

Uitgebreide vertaling voor salut (Frans) in het Nederlands

salut:

salut bijvoeglijk naamwoord

  1. salut
    hallo; hoi
    • hallo bijvoeglijk naamwoord
    • hoi bijvoeglijk naamwoord
  2. salut (au revoir)
    dag
    • dag bijvoeglijk naamwoord

salut

  1. salut
  2. salut (hello)

salut [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le salut (salutation)
    de groet; de groeten
    • groet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • groeten [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. le salut (salutation; souhait de bienvenue; bienvenue; salut d'honneur)
    de groet; de welkomstgroet; de begroeting; het saluut
  3. le salut (geste de la main; salutation)
    de groet; het handgebaar
    • groet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • handgebaar [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. le salut (accueil; réception; souhait de bienvenue; salutation; bienvenue)
    de receptie; de verwelkoming
  5. le salut (bénédiction; voeu de bonheur)
    de heilwens
    • heilwens [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. le salut (salut d'honneur)
    eregroet
  7. le salut (prospérité; bonne fortune; bonheur; succès; félicité)
    het welzijn; de voorspoed; het heil
    • welzijn [het ~] zelfstandig naamwoord
    • voorspoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • heil [het ~] zelfstandig naamwoord
  8. le salut (Rédemption; sauvetage; délivrance; )
    de verlossing; de zaligheid
  9. le salut
    het lijfsbehoud
  10. le salut (bénédiction; félicité; magnificence)
    de voorspoed; de zegening; de zaligheid; gezegende toestand; het heil; de zegen; zegenen
  11. le salut (bénédiction; grâce; voeu de bonheur; félicité)
    de voorspoed; de zegening; de zegen; het heil; zegenen; gezegende toestand; de wijding
    • voorspoed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zegening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zegen [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord, mv.
    • heil [het ~] zelfstandig naamwoord
    • zegenen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • gezegende toestand [znw.] zelfstandig naamwoord
    • wijding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  12. le salut (salut de l'âme; repos de l'âme)
    het zielenheil

Vertaal Matrix voor salut:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
begroeting bienvenue; salut; salut d'honneur; salutation; souhait de bienvenue
dag jour; journée
eregroet salut; salut d'honneur
gezegende toestand bénédiction; félicité; grâce; magnificence; salut; voeu de bonheur
groet bienvenue; geste de la main; salut; salut d'honneur; salutation; souhait de bienvenue
groeten salut; salutation
handgebaar geste de la main; salut; salutation
heil bonheur; bonne fortune; bénédiction; félicité; grâce; magnificence; prospérité; salut; succès; voeu de bonheur
heilwens bénédiction; salut; voeu de bonheur
lijfsbehoud salut
receptie accueil; bienvenue; réception; salut; salutation; souhait de bienvenue
saluut bienvenue; salut; salut d'honneur; salutation; souhait de bienvenue salut d'honneur; salut militaire; salutation
verlossing Rédemption; béatitude; délice; délices; délivrance; félicité; libération; mise en liberté; salut; sauvetage; secours accouchement; couches; délivrance; libération; naissance; parturition
verwelkoming accueil; bienvenue; réception; salut; salutation; souhait de bienvenue
voorspoed bonheur; bonne fortune; bénédiction; félicité; grâce; magnificence; prospérité; salut; succès; voeu de bonheur
welkomstgroet bienvenue; salut; salut d'honneur; salutation; souhait de bienvenue
welzijn bonheur; bonne fortune; félicité; prospérité; salut; succès bien-être; santé
wijding bénédiction; félicité; grâce; salut; voeu de bonheur bénédiction; consécration; sanctification
zaligheid Rédemption; béatitude; bénédiction; délice; délices; délivrance; félicité; libération; magnificence; mise en liberté; salut; sauvetage; secours royaume des cieux
zegen bénédiction; félicité; grâce; magnificence; salut; voeu de bonheur
zegenen bénédiction; félicité; grâce; magnificence; salut; voeu de bonheur
zegening bénédiction; félicité; grâce; magnificence; salut; voeu de bonheur bénédiction; consécration; sanctification
zielenheil repos de l'âme; salut; salut de l'âme
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
groeten accueillir; dire bonjour; faire un salut; saluer; souhaiter la bienvenue à
zegenen bénir; consacrer; donner la bénédiction; sanctifier
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
dag au revoir
hallo salut
hoi hello; salut
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dag au revoir; salut
hallo salut
hoi salut

Synoniemen voor "salut":


Wiktionary: salut

salut
noun
  1. Conservation ou rétablissement d'un état heureux ou convenable
  2. Cessation de danger
  3. Félicité éternelle, fait d’échapper à la damnation
  4. Action de saluer, salutation
  5. Marques de civilité, de déférence, de respect
  6. Bonjour
  7. Au revoir

Cross Translation:
FromToVia
salut dag; doeg; houdoe; hoie; tot ziens; doei bye — short for goodbye
salut dag; doei doei bye-bye — goodbye
salut hoi cheerio — exclamation used when greeting as well as when parting
salut tot later; tot ziens; doeg; doei; hoi; ciao; later; ik zie je; salut; salu; slukes cheers — informal: goodbye
salut begroeting; groet greeting — acknowledgement of a persons presence or arrival
salut een prettige dag verder have a nice day — goodbye
salut hallo; goede dag; dag; hoi hello — greeting
salut hoi; hallo hi — friendly, informal greeting
salut verlossing salvation — the process of being saved (religion)

Verwante vertalingen van salut