Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: fume

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: fume

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fumer:
  2. fumée:
  3. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor fume (Frans) in het Nederlands

fumé:


Synoniemen voor "fumé":

  • saur

fume vorm van fumer:

fumer werkwoord (fume, fumes, fumons, fumez, )

  1. fumer
    roken
    – loslaten van grijze wolken 1
    • roken werkwoord (rook, rookt, rookte, rookten, gerookt)
      • het vuur rookt behoorlijk1
  2. fumer
    oproken
    • oproken werkwoord (rook op, rookt op, rookte op, rookten op, opgerookt)
  3. fumer (dégager des vapeurs)
    walmen; walm afgeven
  4. fumer (dégager des vapeurs; dégager de la buée; transpirer; exhaler; dégager de la vapeur d'eau)
    stomen; dampen; uitwasemen; wasemen
    • stomen werkwoord (stoom, stoomt, stoomde, stoomden, gestoomd)
    • dampen werkwoord (damp, dampt, dampte, dampten, gedampt)
    • uitwasemen werkwoord (wasem uit, wasemt uit, wasemde uit, wasemden uit, uitgewasemd)
    • wasemen werkwoord (wasem, wasemt, wasemde, wasemden, gewasemd)

Conjugations for fumer:

Présent
  1. fume
  2. fumes
  3. fume
  4. fumons
  5. fumez
  6. fument
imparfait
  1. fumais
  2. fumais
  3. fumait
  4. fumions
  5. fumiez
  6. fumaient
passé simple
  1. fumai
  2. fumas
  3. fuma
  4. fumâmes
  5. fumâtes
  6. fumèrent
futur simple
  1. fumerai
  2. fumeras
  3. fumera
  4. fumerons
  5. fumerez
  6. fumeront
subjonctif présent
  1. que je fume
  2. que tu fumes
  3. qu'il fume
  4. que nous fumions
  5. que vous fumiez
  6. qu'ils fument
conditionnel présent
  1. fumerais
  2. fumerais
  3. fumerait
  4. fumerions
  5. fumeriez
  6. fumeraient
passé composé
  1. ai fumé
  2. as fumé
  3. a fumé
  4. avons fumé
  5. avez fumé
  6. ont fumé
divers
  1. fume!
  2. fumez!
  3. fumons!
  5. fumé
  6. fumant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor fumer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dampen vapeurs
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dampen dégager de la buée; dégager de la vapeur d'eau; dégager des vapeurs; exhaler; fumer; transpirer dégager de la buée; dégager de la vapeur d'eau; dégager des vapeurs; fumer du tabac; s'évaporer; transpirer
oproken fumer
roken fumer
stomen dégager de la buée; dégager de la vapeur d'eau; dégager des vapeurs; exhaler; fumer; transpirer
uitwasemen dégager de la buée; dégager de la vapeur d'eau; dégager des vapeurs; exhaler; fumer; transpirer
walm afgeven dégager des vapeurs; fumer
walmen dégager des vapeurs; fumer empester; puer; sentir mauvais
wasemen dégager de la buée; dégager de la vapeur d'eau; dégager des vapeurs; exhaler; fumer; transpirer

Synoniemen voor "fumer":


Wiktionary: fumer

fumer
verb
  1. jeter de la fumée.
fumer
verb
  1. het toevoegen van meststoffen aan de aarde
  2. rook afgeven
  3. een genotsmiddel, voornamelijk tabak, nuttigen door het inhaleren van de rook ervan
  4. (m.b.t. rauwe vis of rauw vlees) conserveren door langdurige blootstelling aan rook
Cross Translation:
FromToVia
• fumer → roken ↔ rauchen — Qualm in die Luft abgeben oder ausstoßen
• fumer → roken ↔ rauchen — etwas anzünden und den Rauch einatmen
• fumer → roken ↔ smoke — to inhale and exhale smoke from a burning cigarette
• fumer → roken; smoren ↔ smoke — to inhale and exhale tobacco smoke regularly or habitually
• fumer → roken ↔ smoke — to give off smoke
• fumer → roken ↔ smoke — to preserve or prepare by treating with smoke

fumée:

fumée [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la fumée (fumée épaisse; vapeur; exhalation; exhalaison)
    de damp; de walm
    • damp [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • walm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    de rook
    – grijswitte wolkjes die opstijgen als iets brandt 1
    • rook [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
      • er kwam rook uit het brandende huis1

Vertaal Matrix voor fumée:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
damp exhalaison; exhalation; fumée; fumée épaisse; vapeur
rook exhalaison; exhalation; fumée; fumée épaisse; vapeur
walm exhalaison; exhalation; fumée; fumée épaisse; vapeur

Synoniemen voor "fumée":


Wiktionary: fumée

fumée
noun
  1. nuée de particules en suspension dans l’air former une masse gazeuse opaque, qui sortir des choses brûler, ou extrêmement échauffer par le feu.
Cross Translation:
FromToVia
• fumée → rook ↔ Rauch — durch Verbrennung entstehende Gase, Dämpfe und Partikel (als Schwebeteilchen in der Luft)
• fumée → rook; walm ↔ smoke — visible particles and vapour given off by burning material

Verwante vertalingen van fume







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0564 seconde
Page rendered in 1.0 seconds