Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
exact:
- precies; exact; haarfijn; goed; correct; juist; accuraat; zorgvuldig; secuur; stipt; net; waar; kloppend; uitgerekend; krek; gedetailleerd; nauwkeurig; minutieus; nauwgezet; conscientieus; dwingend; bindend; strikt; streng; stringent; voorzichtig; nauwlettend; ragfijn; nadrukkelijk; uitdrukkelijk; met nadruk; met klem; klemmend
-
Wiktionary:
- exact → accuraat, nauwgezet, nauwkeurig, prompt, stipt, zorgvuldig, punctueel, goed, juist, recht
- exact → precies, exact, accuraat, trefzeker, nauwkeurig, keurig, goed, net, deugdelijk
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- exact:
-
Wiktionary:
- exact → justement, proprement, précisément, précis, exact, exactement
Frans
Uitgebreide vertaling voor exact (Frans) in het Nederlands
exact:
-
exact (en détail; exactement; méticuleusement; méticuleux; minutieux; minutieusement; jusqu'aux moindres détails)
-
exact (approprié; juste; satisfaisant; correct; correctement; précisément; soigneusement; avec application; exactement; précis; minutieux; minutieuse; minutieusement)
-
exact (exactement; précis; consciencieuse; précisément; méticuleux; consciencieusement; rigoureux; consciencieux; minutieux; soigneux; minutieusement; méticuleusement)
-
exact (précis; consciencieusement; soigneusement; vigilant; minutieusement; scrupuleusement; soigné; consciencieux; soigneux; minutieux; scrupuleux)
-
exact (juste; corect; justement)
waar; juist; kloppend; precies; uitgerekend-
waar bijvoeglijk naamwoord
-
juist bijvoeglijk naamwoord
-
kloppend bijvoeglijk naamwoord
-
precies bijvoeglijk naamwoord
-
uitgerekend bijvoeglijk naamwoord
-
-
exact (exactement; juste; justement; précis; précisément; correct; correctement)
-
exact (minutieusement; consciencieusement; précisément; détaillé; précis; minutieux; approfondi; soigneux; méticuleusement; exactement; minutieuse; soigneusement; amplement; consciencieuse; dans le détail; de façon détaillée; ample; consciencieux; méticuleux; en détail)
gedetailleerd; nauwkeurig; precies; minutieus; secuur; zorgvuldig; accuraat; nauwgezet-
gedetailleerd bijvoeglijk naamwoord
-
nauwkeurig bijvoeglijk naamwoord
-
precies bijvoeglijk naamwoord
-
minutieus bijvoeglijk naamwoord
-
secuur bijvoeglijk naamwoord
-
zorgvuldig bijvoeglijk naamwoord
-
accuraat bijvoeglijk naamwoord
-
nauwgezet bijvoeglijk naamwoord
-
-
exact (consciencieusement; précisément; précis; rigoureux; scrupuleusement; soigneux; scrupuleux)
zorgvuldig; nauwkeurig; conscientieus; nauwgezet-
zorgvuldig bijvoeglijk naamwoord
-
nauwkeurig bijvoeglijk naamwoord
-
conscientieus bijvoeglijk naamwoord
-
nauwgezet bijvoeglijk naamwoord
-
-
exact (contraignant; coercitif; formel; rigoureux; consciencieux; précisément; consciencieusement; impératif; exactement; minutieux; soigneux; précis; méticuleux; méticuleusement; coactif; minutieusement)
-
exact (prudent; consciencieux; soigneusement; précis; consciencieusement; soigneux; attentivement; soigné; minutieusement; avec vigilance; avec soin; attentif; vigilant; conservateur; minutieux; scrupuleux; scrupuleusement)
-
exact (méticuleux; consciencieux; précisément; rigoureux; exactement; minutieux; minutieusement; précis; scrupuleusement; scrupuleux; méticuleusement; consciencieusement)
accuraat; nauwkeurig; secuur; precies; nauwgezet; nauwlettend-
accuraat bijvoeglijk naamwoord
-
nauwkeurig bijvoeglijk naamwoord
-
secuur bijvoeglijk naamwoord
-
precies bijvoeglijk naamwoord
-
nauwgezet bijvoeglijk naamwoord
-
nauwlettend bijvoeglijk naamwoord
-
-
exact (d'une finesse vaporeuse; précis; consciencieux; exactement; méticuleux; minutieux; minutieusement; méticuleusement; consciencieusement; en détail; avec précision)
-
exact (explicite; explicitement; exprès; expressément; scrupuleux; formellement; formelle; avec insistance; précis; ponctuel; précisément; scrupuleusement; formel; ponctuellement; scrupuleuse)
nadrukkelijk; uitdrukkelijk; met nadruk; met klem; klemmend-
nadrukkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
uitdrukkelijk bijvoeglijk naamwoord
-
met nadruk bijvoeglijk naamwoord
-
met klem bijvoeglijk naamwoord
-
klemmend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor exact:
Synoniemen voor "exact":
Wiktionary: exact
exact
Cross Translation:
adjective
-
Qui suivre rigoureusement la vérité, la convention.
- exact → accuraat; nauwgezet; nauwkeurig; prompt; stipt; zorgvuldig; punctueel; goed; juist; recht
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• exact | → precies; exact; accuraat; trefzeker; nauwkeurig | ↔ accurate — exact or careful conformity to truth |
• exact | → exact; precies | ↔ exact — precisely agreeing |
• exact | → keurig; goed; net; deugdelijk | ↔ proper — following the established standards of behavior or manners |
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor exact (Nederlands) in het Frans
exact:
-
exact (haarfijn; precies)
exactement; exact; méticuleusement; en détail; méticuleux; minutieux; minutieusement; jusqu'aux moindres détails-
exactement bijvoeglijk naamwoord
-
exact bijvoeglijk naamwoord
-
méticuleusement bijvoeglijk naamwoord
-
en détail bijvoeglijk naamwoord
-
méticuleux bijvoeglijk naamwoord
-
minutieux bijvoeglijk naamwoord
-
minutieusement bijvoeglijk naamwoord
-
jusqu'aux moindres détails bijvoeglijk naamwoord
-
-
exact (precies; juist)
exactement; précis; exact; consciencieuse; précisément; méticuleux; consciencieusement; rigoureux; consciencieux; minutieux; soigneux; minutieusement; méticuleusement-
exactement bijvoeglijk naamwoord
-
précis bijvoeglijk naamwoord
-
exact bijvoeglijk naamwoord
-
consciencieuse bijvoeglijk naamwoord
-
précisément bijvoeglijk naamwoord
-
méticuleux bijvoeglijk naamwoord
-
consciencieusement bijvoeglijk naamwoord
-
rigoureux bijvoeglijk naamwoord
-
consciencieux bijvoeglijk naamwoord
-
minutieux bijvoeglijk naamwoord
-
soigneux bijvoeglijk naamwoord
-
minutieusement bijvoeglijk naamwoord
-
méticuleusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
exact (punctueel; stipt; strikt; precies)
Vertaal Matrix voor exact:
Verwante woorden van "exact":
Synoniemen voor "exact":
Antoniemen van "exact":
Verwante definities voor "exact":
Wiktionary: exact
exact
Cross Translation:
-
-
- justement; proprement; précisément → juist; net; pas; straks; zojuist; zo-even; daarnet; daarstraks; zonet; zuiver; exact; precies; scherp; vlak; terecht; redelijkerwijze; op geschikte wijze; eerlijk; pal; louter; puur; eigenlijk; gevoeglijk; op de juiste wijze; behoorlijk; fatsoenlijk; naar behoren; netjes; passend; accuraat; nauwgezet
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• exact | → précis; exact | ↔ accurate — exact or careful conformity to truth |
• exact | → précis; exact | ↔ exact — precisely agreeing |
• exact | → exactement | ↔ exactly — in an exact manner |