Frans

Uitgebreide vertaling voor creux (Frans) in het Nederlands

creux:

creux bijvoeglijk naamwoord

  1. creux (cave; profond; enfoncé; )
    diep; diepliggend
  2. creux
    blind; niet zien kunnend
  3. creux (profond; profondément; tendre; sincère; tendrement)
    diep; intens; innig
    • diep bijvoeglijk naamwoord
    • intens bijvoeglijk naamwoord
    • innig bijvoeglijk naamwoord
  4. creux (vide de sens; banal)
    nietszeggend; hol; inhoudsloos; leeg
  5. creux (maigre; enfoncé)
    ingevallen

creux [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le creux (cavité; trou; fosse)
    de kuil; de uitholling
    • kuil [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • uitholling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. le creux (fissure; fossé; fente; carrière; sillon)
    langwerpige uitholling; de gleuf; de opening; de sleuf
  3. le creux (cavité; vide)
    de leegheid; de voosheid; de holheid
    • leegheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • voosheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • holheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  4. le creux
    gootvormige decoratieve uitholling; holkeel

Vertaal Matrix voor creux:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blind contrevent; persienne; volet
gleuf carrière; creux; fente; fissure; fossé; sillon cannelure; coupe-feu; crevasse; entaille; entrebâillement; fente; gorge; gouffre; pare-feu; précipice; rainure; ravin; sillon; tranchée
gootvormige decoratieve uitholling creux
hol caverne; cavité; grotte; gîte; niche; refuge; repaire; tanière; terrier
holheid cavité; creux; vide
holkeel creux
kuil cavité; creux; fosse; trou
langwerpige uitholling carrière; creux; fente; fissure; fossé; sillon cannelure; carrière; coulisse; entaille; fente; feuillure; fosse; fossé; rainure; ride; sillon; tranchée
leegheid cavité; creux; vide
opening carrière; creux; fente; fissure; fossé; sillon amorce; baie; blanc; brèche; cannelure; commencement; coupe-feu; crevasse; début; décollage; démarrage; départ; embrasure; encoche; entaille; entrebâillement; espace; fente; fissure; gorge; gouffre; interligne; intervalle; origine; ouverture; pare-feu; pause; précipice; rainure; ravin; sillon; tranchée; trou; trouée
sleuf carrière; creux; fente; fissure; fossé; sillon cannelure; coupe-feu; crevasse; emplacement pour carte; entaille; entrebâillement; fente; gorge; gouffre; pare-feu; précipice; rainure; ravin; sillon; tranchée
uitholling cavité; creux; fosse; trou caverne; cavité; compartiment; niche; tanière
voosheid cavité; creux; vide
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blind creux aveugle; non voyant
diep cave; creux; enfoncé; profond; profondément; renfoncé; rentré; sincère; tendre; tendrement bas; clairvoyant; perspicace; profond; profondément; raisonnable; raisonnablement; situé bas; sous le vent
diepliggend cave; creux; enfoncé; profond; profondément; renfoncé; rentré
hol banal; creux; vide de sens
inhoudsloos banal; creux; vide de sens non occupé; non rempli; vacant; vide; vierge
innig creux; profond; profondément; sincère; tendre; tendrement senti profondément
intens creux; profond; profondément; sincère; tendre; tendrement aigu; fort; fortement; intense; intensif; intensivement; intensément; vif; vigoureusement; vigoureux; violemment; violent; vive; vivement; énergique; énergiquement
leeg banal; creux; vide de sens d'un air inexpressif; d'une manière inexpressive; désert; impénétrable; inexpressif; inoccupé; insondable; inutilement; non occupé; non rempli; sans effet; sans expression; vacant; vainement; vide; vierge
nietszeggend banal; creux; vide de sens banal; futile; inexpressif; insignifiant; sans expression; trivial; trivialement
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ingevallen creux; enfoncé; maigre
niet zien kunnend creux

Synoniemen voor "creux":


Wiktionary: creux

creux
noun
  1. cavité, concavité, trou.
creux
noun
  1. een geval van tandwolf

Cross Translation:
FromToVia
creux holletje; gat; gaatje; opening hole — hollow in some surface
creux hol hollow — having an empty space inside

Verwante vertalingen van creux