Billet: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

billet:
- ticket; toegangsbewijs; plaatsbewijs; kaart; entreebiljet; kaartje; bankbiljet; briefje; papiergeld; reisbiljet; spoorkaartje; bewijs; beweringsgrond; aantekening; kattebelletje; kladbriefje; kladje; krabbel; schrijfsel; tramkaartje
Wiktionary:
- billet → eendollarsbiljet, eendollarbiljet, kaartje, ticket

Frans

Uitgebreide vertaling voor billet (Frans) in het Nederlands

billet:

billet [le ~] zelfstandig naamwoord

le billet (billet d'entrée; ticket; laissez-passez; carte; permis; ticket d'entrée; carte d'entrée)
het ticket; het toegangsbewijs; het plaatsbewijs; het entreebiljet; het kaartje
- ticket [het ~] zelfstandig naamwoord
- toegangsbewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- plaatsbewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- entreebiljet [het ~] zelfstandig naamwoord
- kaartje [het ~] zelfstandig naamwoord
de kaart
– rechthoekig stukje papier of karton als bewijs van toegang ¹
- kaart [de ~] zelfstandig naamwoord
  - ik heb kaartjes voor de bioscoop¹
le billet (billet de banque; coupure; bank-note)
het bankbiljet; het briefje; het papiergeld
- bankbiljet [het ~] zelfstandig naamwoord
- briefje [het ~] zelfstandig naamwoord
- papiergeld [het ~] zelfstandig naamwoord
le billet (billet de voyage)
het reisbiljet
- reisbiljet [het ~] zelfstandig naamwoord
le billet (ticket de train; billet de voyage; carte de visite)
het spoorkaartje
- spoorkaartje [het ~] zelfstandig naamwoord
le billet (argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1; reçu; pièces à conviction; preuve; certificat; confirmation)
het bewijs; beweringsgrond
- bewijs [het ~] zelfstandig naamwoord
- beweringsgrond [znw.] zelfstandig naamwoord
le billet (mot; note; brouillon; égratignure; coupure; gribouillis; petit billet; griffonnage; bout de papier; petit mot)
de aantekening; het briefje; het kattebelletje; het kladbriefje; het kladje; de krabbel; het schrijfsel
- aantekening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- briefje [het ~] zelfstandig naamwoord
- kattebelletje [het ~] zelfstandig naamwoord
- kladbriefje [het ~] zelfstandig naamwoord
- kladje [het ~] zelfstandig naamwoord
- krabbel [de ~] zelfstandig naamwoord
- schrijfsel [het ~] zelfstandig naamwoord
le billet (ticket de tram; billet de voyage; direct; carte de visite; souche de tram)
het tramkaartje
- tramkaartje [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor billet:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aantekening	billet; bout de papier; brouillon; coupure; gribouillis; griffonnage; mot; note; petit billet; petit mot; égratignure	addition; annotation; brouillon; citation; déclaration; facture; griffonnage; mention; mention honorable; mémoire des frais; notation; note; note de frais; petit mot
bankbiljet	bank-note; billet; billet de banque; coupure
beweringsgrond	argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1; billet; certificat; confirmation; pièces à conviction; preuve; reçu
bewijs	argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1; billet; certificat; confirmation; pièces à conviction; preuve; reçu	certificat; marque; pièce à conviction; preuve; signe; témoignage
briefje	bank-note; billet; billet de banque; bout de papier; brouillon; coupure; gribouillis; griffonnage; mot; note; petit billet; petit mot; égratignure	certificat
entreebiljet	billet; billet d'entrée; carte; carte d'entrée; laissez-passez; permis; ticket; ticket d'entrée
kaart	billet; billet d'entrée; carte; carte d'entrée; laissez-passez; permis; ticket; ticket d'entrée	carte; carte géographique; carte à jouer; plan
kaartje	billet; billet d'entrée; carte; carte d'entrée; laissez-passez; permis; ticket; ticket d'entrée
kattebelletje	billet; bout de papier; brouillon; coupure; gribouillis; griffonnage; mot; note; petit billet; petit mot; égratignure	brouillon; gribouillis; griffonnage; note; petit mot
kladbriefje	billet; bout de papier; brouillon; coupure; gribouillis; griffonnage; mot; note; petit billet; petit mot; égratignure	brouillon; gribouillis; griffonnage; note; petit mot
kladje	billet; bout de papier; brouillon; coupure; gribouillis; griffonnage; mot; note; petit billet; petit mot; égratignure	brouillon; feuille de brouillon; gribouillis; griffonnage; note; papier brouillon; papier froissé; petit mot
krabbel	billet; bout de papier; brouillon; coupure; gribouillis; griffonnage; mot; note; petit billet; petit mot; égratignure	brouillon; gribouillis; griffonnage; note; pattes de mouche; petit mot; écriture de chat
papiergeld	bank-note; billet; billet de banque; coupure	monnaie fiduciaire
plaatsbewijs	billet; billet d'entrée; carte; carte d'entrée; laissez-passez; permis; ticket; ticket d'entrée	titre de transport
reisbiljet	billet; billet de voyage
schrijfsel	billet; bout de papier; brouillon; coupure; gribouillis; griffonnage; mot; note; petit billet; petit mot; égratignure	brouillon; gribouillis; griffonnage; note; petit mot
spoorkaartje	billet; billet de voyage; carte de visite; ticket de train
ticket	billet; billet d'entrée; carte; carte d'entrée; laissez-passez; permis; ticket; ticket d'entrée
toegangsbewijs	billet; billet d'entrée; carte; carte d'entrée; laissez-passez; permis; ticket; ticket d'entrée
tramkaartje	billet; billet de voyage; carte de visite; direct; souche de tram; ticket de tram

Synoniemen voor "billet":

assignat; argent; lettre; ticket; attestation; bulletin; acte; certificat; reçu; récépissé; bordereau; ordre; communiqué; annonce; journal; revue; cote; coupon; morceau; coupure; blessure; devise; dicton; change; pensée; slogan; formule; entrée; carte; traite; commerce; trajet; appelle

Wiktionary: billet

Cross Translation:

From	To	Via
• billet	→ eendollarsbiljet; eendollarbiljet	↔ one — dollar bill
• billet	→ kaartje; ticket	↔ ticket — admission to entertainment
• billet	→ ticket	↔ ticket — pass for transportation
• billet	→ kaartje	↔ Fahrschein — ein Schein, der zur Nutzung öffentlicher Verkehrsmittel berechtigt
• billet	→ ticket	↔ Ticket — Flugkarte, Fahrschein, Eintrittskarte und Ähnliches

Verwante vertalingen van billet

¹Muiswerk Woordenboek

Remove Ads

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: billet

Uitgebreide vertaling voor billet (Frans) in het Nederlands

billet:

billet [le ~] zelfstandig naamwoord

le billet (billet d'entrée; ticket; laissez-passez; carte; permis; ticket d'entrée; carte d'entrée)

le billet (billet de banque; coupure; bank-note)

le billet (billet de voyage)

le billet (ticket de train; billet de voyage; carte de visite)

le billet (argument sur lequel on peut prouver quelque chose 1; reçu; pièces à conviction; preuve; certificat; confirmation)

le billet (mot; note; brouillon; égratignure; coupure; gribouillis; petit billet; griffonnage; bout de papier; petit mot)

le billet (ticket de tram; billet de voyage; direct; carte de visite; souche de tram)

Vertaal Matrix voor billet:

Synoniemen voor "billet":

Wiktionary: billet

Verwante vertalingen van billet