Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- assureur:
-
Wiktionary:
- assureur → assuradeur, verzekeraar, verzekeringsagent
Frans
Uitgebreide vertaling voor assureur (Frans) in het Nederlands
assureur:
-
l'assureur
Vertaal Matrix voor assureur:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
assuradeur | assureur | |
verzekeraar | assureur |
Synoniemen voor "assureur":
Wiktionary: assureur
assureur
noun
-
Personne qui assure un dommage, un risque.
- assureur → assuradeur; verzekeraar; verzekeringsagent