Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: solidité

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: solidité

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. solidité:

Frans

Uitgebreide vertaling voor solidité (Frans) in het Nederlands

solidité:

solidité [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la solidité (bonne qualité; fiabilité; fermeté)
    de betrouwbaarheid; de soliditeit; de degelijkheid; de deugdelijkheid; de stevigheid
  2. la solidité (vigueur; énergie; dynamique; force; intensité)
    de sterkte; de dynamiek; de kracht; de energie; fiksheid; de felheid
    • sterkte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • dynamiek [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kracht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • energie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • fiksheid [znw.] zelfstandig naamwoord
    • felheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. la solidité
    de degelijkheid
  4. la solidité (vertu; honneur; sagesse; )
    de deugdzaamheid; de degelijkheid; de eerbaarheid; de deugdelijkheid
  5. la solidité (bonne qualité; durabilité; fiabilité; stabilité)
    de degelijkheid; de deugdelijkheid; goede kwaliteit; de gedegenheid
  6. la solidité (ténacité; fermeté; cohésion; stabilité; consistance)
    de stevigheid; de soliditeit; de hechtheid; de vastheid
  7. la solidité (robustesse)
    de fermheid; de stoerheid
    • fermheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • stoerheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  8. la solidité (endurcissement; vigueur)
    gehardheid; gestaaldheid
  9. la solidité (caractère inébranlable; équilibre; fermeté; stabilité; robustesse)
    onwankelbaarheid; de onwrikbaarheid; onomstotelijkheid
  10. la solidité (courage; bravoure; vigueur; )
    de moed; onversaagdheid; de dapperheid; de koenheid
  11. la solidité (compacité; fermeté; consistance)
    onverbrekelijkheid

Vertaal Matrix voor solidité:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betrouwbaarheid bonne qualité; fermeté; fiabilité; solidité crédibilité; fiabilité; plausibilité; probabilité; vraisemblance; véracité
dapperheid bravoure; courage; fermeté; hardiesse; intrépidité; solidité; vaillance; vigueur
degelijkheid bonne qualité; chasteté; droiture; durabilité; fermeté; fiabilité; honneur; honnêteté; honorabilité; légitimité; modestie; pudeur; pudicité; qualités solides; sagesse; solidité; stabilité; validité; vertu
deugdelijkheid bonne qualité; chasteté; droiture; durabilité; fermeté; fiabilité; honneur; honnêteté; honorabilité; légitimité; modestie; pudeur; pudicité; qualités solides; sagesse; solidité; stabilité; validité; vertu
deugdzaamheid chasteté; droiture; fiabilité; honneur; honnêteté; honorabilité; légitimité; modestie; pudeur; pudicité; qualités solides; sagesse; solidité; validité; vertu
dynamiek dynamique; force; intensité; solidité; vigueur; énergie force propulsive; poussée; propulsion
eerbaarheid chasteté; droiture; fiabilité; honneur; honnêteté; honorabilité; légitimité; modestie; pudeur; pudicité; qualités solides; sagesse; solidité; validité; vertu bienséance; convenance; distinction; décence; honneur; propreté; respectabilité
energie dynamique; force; intensité; solidité; vigueur; énergie ardeur; caractère; dynamisme; force; mentalité; poussée; propulsion; ressort; vitalité; âme; énergie
felheid dynamique; force; intensité; solidité; vigueur; énergie ardeur; feu; force; fougue; intensité; passion; verve; violence; véhémence
fermheid robustesse; solidité fait d'être ferme; fermeté; force; hardiesse; robustesse; résolution
fiksheid dynamique; force; intensité; solidité; vigueur; énergie
gedegenheid bonne qualité; durabilité; fiabilité; solidité; stabilité minutie; sérieux
gehardheid endurcissement; solidité; vigueur
gestaaldheid endurcissement; solidité; vigueur
goede kwaliteit bonne qualité; durabilité; fiabilité; solidité; stabilité
hechtheid cohésion; consistance; fermeté; solidité; stabilité; ténacité
koenheid bravoure; courage; fermeté; hardiesse; intrépidité; solidité; vaillance; vigueur audace; courage; cran; culot; hardiesse; intrépidité; témérité
kracht dynamique; force; intensité; solidité; vigueur; énergie ardeur; capacité; caractère; côté fort; dynamisme; feu; force; fougue; intensité; passion; poussée; pouvoir; pouvoirs; propulsion; puissance; ressort; verve; violence; vitalité; véhémence; âme; énergie
moed bravoure; courage; fermeté; hardiesse; intrépidité; solidité; vaillance; vigueur audace; bravoure; courage; cran; culot; hardiesse; héroïsme; témérité; vaillance
onomstotelijkheid caractère inébranlable; fermeté; robustesse; solidité; stabilité; équilibre
onverbrekelijkheid compacité; consistance; fermeté; solidité
onversaagdheid bravoure; courage; fermeté; hardiesse; intrépidité; solidité; vaillance; vigueur
onwankelbaarheid caractère inébranlable; fermeté; robustesse; solidité; stabilité; équilibre
onwrikbaarheid caractère inébranlable; fermeté; robustesse; solidité; stabilité; équilibre caractère impitoyable; caractère inexorable; caractère intraitable; caractère inébranlable; fermeté; inflexibilité
soliditeit bonne qualité; cohésion; consistance; fermeté; fiabilité; solidité; stabilité; ténacité
sterkte dynamique; force; intensité; solidité; vigueur; énergie citadelle; côté fort; côté fortifié; force; puissance
stevigheid bonne qualité; cohésion; consistance; fermeté; fiabilité; solidité; stabilité; ténacité fait d'être ferme; fermeté; force; robustesse
stoerheid robustesse; solidité
vastheid cohésion; consistance; fermeté; solidité; stabilité; ténacité assurance; certitude; consistence; fermeté; sûreté
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
kracht puissance

Synoniemen voor "solidité":


Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0784 seconde
Page rendered in 1.0 seconds