Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. puzzle:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor puzzle (Frans) in het Nederlands

puzzle:

puzzle [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le puzzle (casse-tête; énigme; mots croisés; mystère)
    het probleem; de hersenbreker; de puzzel
  2. le puzzle (énigme; mystère)
    het raadsel
    • raadsel [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. le puzzle
    de legpuzzel

Vertaal Matrix voor puzzle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hersenbreker casse-tête; mots croisés; mystère; puzzle; énigme
legpuzzel puzzle
probleem casse-tête; mots croisés; mystère; puzzle; énigme cas; complication; devoir; difficulté; dilemme; désagrément; embarras; ennui; inconvénient; peine; problème; pétrin; question; tâche; tâche scolaire
puzzel casse-tête; mots croisés; mystère; puzzle; énigme
raadsel mystère; puzzle; énigme

Synoniemen voor "puzzle":


Wiktionary: puzzle

puzzle
noun
  1. jeux|nocat=1 Jeu de patience composé de petites pièces à contours irréguliers que l’on doit assembler pour reconstituer une image.
puzzle
noun
  1. een raadsel of moeilijke opgave die men als tijdverdrijf probeert op te lossen

Cross Translation:
FromToVia
puzzle legpuzzel; puzzel jigsaw puzzle — type of puzzle
puzzle puzzel; raadsel; hersenbreker puzzle — game for one person