Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mari:
  2. marié:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor mari (Frans) in het Nederlands

mari:

mari [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le mari (époux; partenaire; compagnon; conjoint)
    de echtgenoot; de partner; de eega; de levensgezel; de levenspartner; de man
    • echtgenoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • partner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • eega [de ~] zelfstandig naamwoord
    • levensgezel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • levenspartner [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • man [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le mari (conjoint; époux; épouse; compagnon; homme)
    de levenspartner; de partner; de levensgezel

Vertaal Matrix voor mari:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
echtgenoot compagnon; conjoint; mari; partenaire; époux époux
eega compagnon; conjoint; mari; partenaire; époux époux
levensgezel compagnon; conjoint; homme; mari; partenaire; épouse; époux
levenspartner compagnon; conjoint; homme; mari; partenaire; épouse; époux
man compagnon; conjoint; mari; partenaire; époux gars; homme; individu; mec; monsieur; personne du sexe masculin; type; zèbre; époux
partner compagnon; conjoint; homme; mari; partenaire; épouse; époux accompagnateur; ami; amie; associé; bon ami; bonne amie; camarade; compagne; compagnon; copain; copine; partenaire; partenaire d'affaires; partisan
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
partner partenaire

Synoniemen voor "mari":


Wiktionary: mari

mari
noun
  1. époux, celui qui unir à une autre personne par le lien conjugal.
mari
noun
  1. een mannelijke huwelijkspartner
  2. een echtgenoot, een getrouwde man

Cross Translation:
FromToVia
mari echtgenoot; man husband — male partner in marriage
mari wiet pot — marijuana
mari echtgenoot Mann — Verkürzung von Ehemann
mari echtgenoot echtgenoot — een mannelijke huwelijkspartner

marié:

marié bijvoeglijk naamwoord

  1. marié
    getrouwd; gehuwd

Vertaal Matrix voor marié:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gehuwd marié
getrouwd marié

Synoniemen voor "marié":


Wiktionary: marié

marié
verb
  1. voltooid deelwoord van trouwen

Cross Translation:
FromToVia
marié bruidegom bridegroom — bridegroom, groom
marié getrouwd married — In a state of marriage; having a wife or a husband
marié gehuwd verheiratet — sich im Stande der Ehe befindend, im Stande der Ehe seiend

Verwante vertalingen van mari