Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- composer:
- composé:
-
Wiktionary:
- composé → verbinding
- composé → samengesteld
- composer → componeren, maken, scheppen, schrijven, zetten, samenstellen
- composer → samenstellen, vormen, redigeren, bestaan, zetten
Frans
Uitgebreide vertaling voor composé (Frans) in het Nederlands
composer:
composer werkwoord (compose, composes, composons, composez, composent, composais, composait, composions, composiez, composaient, composai, composas, composa, composâmes, composâtes, composèrent, composerai, composeras, composera, composerons, composerez, composeront)
-
composer (mettre en musique)
-
composer
muziek componeren-
muziek componeren werkwoord
-
-
composer
-
composer (numéroter)
Conjugations for composer:
Présent
- compose
- composes
- compose
- composons
- composez
- composent
imparfait
- composais
- composais
- composait
- composions
- composiez
- composaient
passé simple
- composai
- composas
- composa
- composâmes
- composâtes
- composèrent
futur simple
- composerai
- composeras
- composera
- composerons
- composerez
- composeront
subjonctif présent
- que je compose
- que tu composes
- qu'il compose
- que nous composions
- que vous composiez
- qu'ils composent
conditionnel présent
- composerais
- composerais
- composerait
- composerions
- composeriez
- composeraient
passé composé
- ai composé
- as composé
- a composé
- avons composé
- avez composé
- ont composé
divers
- compose!
- composez!
- composons!
- composé
- composant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
-
composer
Vertaal Matrix voor composer:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kiezen | faire son choix; motion; voix; vote | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
componeren | composer; mettre en musique | |
kiezen | composer; numéroter | choisir; opter pour; prendre; préférer; sélectionner; voter; élire |
muziek componeren | composer | |
op muziek zetten | composer; mettre en musique | |
toonzetten | composer | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
draaiend kiezen | composer | |
kiezen | composer |
Synoniemen voor "composer":
Wiktionary: composer
composer
Cross Translation:
verb
composer
-
former un tout de l’assemblage de plusieurs parties, parler des choses physiques et des choses morales.
- composer → componeren; maken; scheppen; schrijven; zetten; samenstellen
verb
-
(overgankelijk), muziek|nld een muziekstuk schrijven
-
meerdere uitgekozen zaken tot een geheel maken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• composer | → samenstellen | ↔ compose — to make something by merging parts |
• composer | → vormen | ↔ compose — to make up the whole; to constitute |
• composer | → redigeren | ↔ compose — to construct by mental labor; to think up |
• composer | → bestaan | ↔ consist — to be composed (of) |
• composer | → zetten | ↔ setzen — aus beweglichen Lettern eine Druckvorlage erstellen |
composée:
Synoniemen voor "composée":
composé:
-
composé (fabriqué; fait; produit; réalisé; confectionné)
gemaakt; geproduceerd; vervaardigd-
gemaakt bijvoeglijk naamwoord
-
geproduceerd bijvoeglijk naamwoord
-
vervaardigd bijvoeglijk naamwoord
-
-
composé (apprêté; feint; convenu; forcé; affecté; maniéré; d'une façon maniérée; d'une manière affectée)
geaffecteerd; gemaakt; onnatuurlijk; gezocht; gewrongen; gekunsteld-
geaffecteerd bijvoeglijk naamwoord
-
gemaakt bijvoeglijk naamwoord
-
onnatuurlijk bijvoeglijk naamwoord
-
gezocht bijvoeglijk naamwoord
-
gewrongen bijvoeglijk naamwoord
-
gekunsteld bijvoeglijk naamwoord
-
-
composé (complexe; compliqué)
samengesteld-
samengesteld bijvoeglijk naamwoord
-
-
le composé (combinaison; combiné)
Vertaal Matrix voor composé:
Synoniemen voor "composé":
Wiktionary: composé
composé
Cross Translation:
noun
-
scheikunde
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• composé | → samengesteld | ↔ compound — composed of elements |