Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: actif

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: actif

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. actif:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor actif (Frans) in het Nederlands

actif:

actif bijvoeglijk naamwoord

  1. actif (travaillant; travailleur; labourieusement; activement)
    actief; bedrijvig; werkzaam; arbeidend; arbeidzaam; werkend; bezig
  2. actif (occupé; agissant; active; )
    actief; bedrijvig; bezig; druk
  3. actif (laborieux; active; diligent; )
    actief; bedrijvig; bezig; nijver
  4. actif (remuant; énergique; vivement; )
    dynamisch; actief; energiek; beweeglijk; levendig
  5. actif (énergique; dynamique; résolument; énergiquement; avec beaucoup d'énergie)
    dynamisch; energiek; daadkrachtig
  6. actif (à action rapide; rapide; à effet rapide)
    snelwerkend
  7. actif (laborieux; travailleur)
    arbeidzaam; noest
  8. actif (agité; nerveuse; affairé; )
    onrustig; roerig; woelig
  9. actif
    actief
    • actief bijvoeglijk naamwoord

actif [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'actif (voix active)
    het activum; bedrijvende vorm; actieve vorm
  2. l'actif (biens; mobilier; équipement ménager; )
    de boedel; de inboedel; het huisraad
    • boedel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • inboedel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • huisraad [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. l'actif
    het activum
    • activum [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor actif:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actieve vorm actif; voix active
activum actif; voix active
bedrijvende vorm actif; voix active
boedel actif; biens; biens meubles; meubles; mobilier; possession; propriété; équipement ménager apanage; héritage; legs; objet hérité; succession
druk cargaison; charge; fardeau; force; impression; pression; tirage
huisraad actif; biens; biens meubles; meubles; mobilier; possession; propriété; équipement ménager
inboedel actif; biens; biens meubles; meubles; mobilier; possession; propriété; équipement ménager
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
actief actif; active; activement; affairé; agissant; animé; avec beaucoup d'énergie; avec vivacité; diligemment; diligent; dynamique; laborieuse; laborieusement; laborieux; labourieusement; occupé; remuant; travaillant; travailleur; vif; vive; vivement; énergique; énergiquement
arbeidzaam actif; activement; laborieux; labourieusement; travaillant; travailleur
bedrijvig actif; active; activement; affairé; agissant; animé; diligemment; diligent; laborieuse; laborieusement; laborieux; labourieusement; occupé; travaillant; travailleur
beweeglijk actif; activement; animé; avec beaucoup d'énergie; avec vivacité; dynamique; remuant; vif; vive; vivement; énergique; énergiquement
bezig actif; active; activement; affairé; agissant; animé; diligemment; diligent; laborieuse; laborieusement; laborieux; labourieusement; occupé; travaillant; travailleur
daadkrachtig actif; avec beaucoup d'énergie; dynamique; résolument; énergique; énergiquement
druk actif; active; activement; affairé; agissant; animé; diligemment; diligent; occupé; travailleur alerte; animé; avec animation; avec enjouement; avec vivacité; enjoué; gai; gaiement; joyeux; qui parle en gesticulant; remuant; turbulent; vif; vive
dynamisch actif; activement; animé; avec beaucoup d'énergie; avec vivacité; dynamique; remuant; résolument; vif; vive; vivement; énergique; énergiquement
energiek actif; activement; animé; avec beaucoup d'énergie; avec vivacité; dynamique; remuant; résolument; vif; vive; vivement; énergique; énergiquement alerte; animé; dynamique; energique; ferme; fort; résolu; énergique
levendig actif; activement; animé; avec beaucoup d'énergie; avec vivacité; dynamique; remuant; vif; vive; vivement; énergique; énergiquement agité; alerte; animé; avec animation; avec enjouement; avec joie; avec vivacité; chauffé; d'une manière agitée; de bonne humeur; dynamique; dégourdi; enchanté; enjoué; excité; ferme; fort; gai; gaie; gaiement; hardiment; heureux; irrité; jovial; joyeuse; joyeusement; joyeux; plein de joie; pétulant; ravi; remuant; réjouissant; transporté de joie; très gai; turbulent; vexé; vif; vive; vivement; échauffé; énergique; énergiquement; éveillé
nijver actif; active; activement; diligemment; diligent; laborieuse; laborieusement; laborieux
noest actif; laborieux; travailleur assidu; avec application; avec zèle; bûcheur; infatigable; laborieux; zélé
onrustig actif; affairé; agité; animé; d'une manière agitée; nerveuse; nerveux; remuant; sans relâche; sans repos; turbulent agité; chauffé; d'une manière agitée; mouvementé; nerveux; turbulent; échauffé
roerig actif; affairé; agité; animé; d'une manière agitée; nerveuse; nerveux; remuant; sans relâche; sans repos; turbulent agité; d'une manière agitée; mouvementé; turbulent
snelwerkend actif; rapide; à action rapide; à effet rapide
werkend actif; activement; labourieusement; travaillant; travailleur
werkzaam actif; activement; labourieusement; travaillant; travailleur
woelig actif; affairé; agité; animé; d'une manière agitée; nerveuse; nerveux; remuant; sans relâche; sans repos; turbulent agité; d'une manière agitée; mouvementé; turbulent
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
arbeidend actif; activement; labourieusement; travaillant; travailleur

Synoniemen voor "actif":


Wiktionary: actif

actif
adjective
  1. Qui agir ou qui a la vertu d’agir.
actif
adjective
  1. met iets bezig zijnde
  2. tot hard werken geneigd
noun
  1. (boekhouding) de in geld uitgedrukte waarde die het geheel aan bezittingen van een onderneming vertegenwoordigt
Cross Translation:
FromToVia
• actif → actief ↔ active — having the quality or power of acting
• actif → activa ↔ asset — something or someone of any value
• actif → activa ↔ assets — any property or object of value that one possesses
• actif → actief ↔ aktiv — umgangssprachlich: in einer bestimmten Hinsicht tätig, engagiert
• actif → actief ↔ aktiv — Physik: aktives Material: radioaktive Strahlen aussendend
• actif → bezig ↔ rührig — geschäftig, von Unternehmergeist besessen
• actif → bezig ↔ tätig — handelnd, etwas Praktisches tuend

Verwante vertalingen van actif







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0557 seconde
Page rendered in 1.0 seconds