Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: violent

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: violent

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. violent:
  2. violer:
  3. Wiktionary:
  4. Gebruikers suggesties voor violent:
    • geweldadig

Frans

Uitgebreide vertaling voor violent (Frans) in het Nederlands

violent:

violent bijvoeglijk naamwoord

  1. violent (agressif; violemment; agressivement; )
    gewelddadig; agressief
  2. violent (aigu; suraigu; perçant; )
    scherp; schel; schril; hoog; hard; snerpend
    • scherp bijvoeglijk naamwoord
    • schel bijvoeglijk naamwoord
    • schril bijvoeglijk naamwoord
    • hoog bijvoeglijk naamwoord
    • hard bijvoeglijk naamwoord
    • snerpend bijvoeglijk naamwoord
  3. violent (formidable; magnifique; fantastique; )
    geweldig
  4. violent (enragé; sauvage)
    ziedend; kokend
  5. violent (qui a la main lourde; rude; brutalement; )
    hard; ruw; hardhandig; onzacht
  6. violent
    aanrandend
  7. violent (impétuex; impétueusement; véhément; violemment)
    heftig; hevig
    • heftig bijvoeglijk naamwoord
    • hevig bijvoeglijk naamwoord
  8. violent (vif; vive; véhément; violemment)
    hevig; heftig; verwoed; fel
    • hevig bijvoeglijk naamwoord
    • heftig bijvoeglijk naamwoord
    • verwoed bijvoeglijk naamwoord
    • fel bijvoeglijk naamwoord
  9. violent (fort; intensif; intensivement; )
    intensief; intens
  10. violent (vif; coupant; aigu; )
    scherp; vlijmend; hanig; snibbig; fel; vinnig; pinnig
  11. violent (amer; vif; âpre; )
    bitter; bitter van smaak

Vertaal Matrix voor violent:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schel cloche; clochette; sonnerie; sonnette
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agressief agressif; agressivement; brutal; brutalement; rude; rudement; sauvage; sauvagement; violemment; violent agressif; agressivement; offensif; offensivement
bitter acerbe; amer; endiablé; enragé; fervent; furieux; infernal; vif; violent; âpre acerbe; acide; acidement; aigre; aigrement; amer; amèrement; en colère; enragé; furieuse; furieusement; furieux; fâcheuse; fâcheux; fâché; hargneux; âpre
fel acerbe; aigre; aigrement; aigu; avec virulence; coupant; cuisant; dur; fervent; fin; intense; net; passionné; perspicace; perçant; piquant; pointu; rigide; rigoureusement; rigoureux; rude; strictement; sévère; sévèrement; tranchant; vif; violemment; violent; vive; véhément ardemment; ardent; avec ferveur; brûlant; de feu; enflammé; enthousiaste; fervent; fort; fortement; intense; intensément; mordant; passionné; vif; vivement; véhément; âpre
gewelddadig agressif; agressivement; brutal; brutalement; rude; rudement; sauvage; sauvagement; violemment; violent
geweldig démesuré; extrême; fameux; fantastique; formidable; fort; furieux; grand; génial; inégalé; magnifique; mirobolant; prodigieux; violent; véhément; énorme au mieux; avec éclat; brillant; de façon formidable; de première classe; excellent; extraordinaire; extraordinairement; fabuleux; fantastique; formidable; formidablement; fort; grandiose; magnifique; merveilleux; parfait; phénoménal; redoutable; respectable; resplendissant; saillant; sensationnel; splendide; sublime; superbe; éblouissant; éclatant; énorme; épouvantable
hanig acerbe; aigre; aigrement; aigu; avec virulence; coupant; cuisant; dur; fervent; fin; intense; net; passionné; perspicace; perçant; piquant; pointu; rigide; rigoureusement; rigoureux; rude; strictement; sévère; sévèrement; tranchant; vif; violent agressif; arrogant; macho
hard aigu; brutal; brutalement; criard; mordant; perçant; pointu; qui a la main lourde; rude; rudement; strident; suraigu; violemment; violent agité; avec indifférence; brayard; bruyamment; bruyant; criard; dur; durement; détaché; effervescence; fort; froid; haut; impassible; impassiblement; impitoyable; impitoyablement; indifféremment; indifférent; inhumain; insensible; sans coeur; sans pitié; sonore; tapageur; tapageuse; tapageusement; très vite; à grande vitesse; à haute voix
hardhandig brutal; brutalement; qui a la main lourde; rude; rudement; violemment; violent
heftig impétueusement; impétuex; vif; violemment; violent; vive; véhément aigu; brut; cru; débordant de vie; emporté; excité; fervent; fort; fortement; fougueusement; fougueux; impétueusement; impétueux; incontrôlé; intense; intensément; passionné; passionnément; vif; violemment; vive; vivement; véhément
hevig impétueusement; impétuex; vif; violemment; violent; vive; véhément aigu; ardemment; ardent; avec ferveur; brûlant; de feu; enflammé; enthousiaste; fervent; fort; fortement; intense; intensément; passionné; vif; violemment; vive; vivement; véhément
hoog aigu; criard; mordant; perçant; pointu; strident; suraigu; violent haut situé
intens fort; fortement; intense; intensif; intensivement; intensément; vif; vigoureusement; vigoureux; violemment; violent; vivement; énergique; énergiquement aigu; creux; fort; fortement; intense; intensément; profond; profondément; sincère; tendre; tendrement; vif; vive; vivement
intensief fort; fortement; intense; intensif; intensivement; intensément; vif; vigoureusement; vigoureux; violemment; violent; vivement; énergique; énergiquement
kokend enragé; sauvage; violent
onzacht brutal; brutalement; qui a la main lourde; rude; rudement; violemment; violent abrupt; brusque; brusquement; d'un ton brusque
pinnig acerbe; aigre; aigrement; aigu; avec virulence; coupant; cuisant; dur; fervent; fin; intense; net; passionné; perspicace; perçant; piquant; pointu; rigide; rigoureusement; rigoureux; rude; strictement; sévère; sévèrement; tranchant; vif; violent acerbe; aigre; cassant; hargneuse; hargneux; sec
ruw brutal; brutalement; qui a la main lourde; rude; rudement; violemment; violent brut; cru; en colère; enragé; farouche; fou de rage; furibond; furieuse; furieusement; furieux; féroce; férocement; mal équarri; non travaillé; ossu; outré; pas lisse; qui a de gros os; qui a une grosse ossature; raboteux; rageur; rude; rugueux; rêche; sauvage
schel aigu; criard; mordant; perçant; pointu; strident; suraigu; violent
scherp acerbe; aigre; aigrement; aigu; avec virulence; coupant; criard; cuisant; dur; fervent; fin; intense; mordant; net; passionné; perspicace; perçant; piquant; pointu; rigide; rigoureusement; rigoureux; rude; strictement; strident; suraigu; sévère; sévèrement; tranchant; vif; violent acerbe; acéré; aigu; avec insistance; coupant; cuisant; de manière pénétrante; en flèche; en pointe; impressionnant; incisif; mordant; perçant; piquant; pointu; pénétrant; strident; tranchant; tranchant comme une lame de rasoir; âcre; âpre; épicé
schril aigu; criard; mordant; perçant; pointu; strident; suraigu; violent cinglant; coupant; d'un ton aigu
snibbig acerbe; aigre; aigrement; aigu; avec virulence; coupant; cuisant; dur; fervent; fin; intense; net; passionné; perspicace; perçant; piquant; pointu; rigide; rigoureusement; rigoureux; rude; strictement; sévère; sévèrement; tranchant; vif; violent acerbe; cassant; hargneux; sec
verwoed vif; violemment; violent; vive; véhément acharné; assidu; avec application
vinnig acerbe; aigre; aigrement; aigu; avec virulence; coupant; cuisant; dur; fervent; fin; intense; net; passionné; perspicace; perçant; piquant; pointu; rigide; rigoureusement; rigoureux; rude; strictement; sévère; sévèrement; tranchant; vif; violent acerbe; cassant; hargneux; sec
vlijmend acerbe; aigre; aigrement; aigu; avec virulence; coupant; cuisant; dur; fervent; fin; intense; net; passionné; perspicace; perçant; piquant; pointu; rigide; rigoureusement; rigoureux; rude; strictement; sévère; sévèrement; tranchant; vif; violent acerbe; coupant; cuisant; incisif; piquant; pointu; tranchant; tranchant comme une lame de rasoir
ziedend enragé; sauvage; violent courroucé; d'un air fâché; en colère; enragé; exaspéré; furibond; furieux; fâcheux; fâché; hargneusement; hargneux; indigné; irritable; irrité; mis en colère; outré
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanrandend violent
bitter van smaak acerbe; amer; endiablé; enragé; fervent; furieux; infernal; vif; violent; âpre
snerpend aigu; criard; mordant; perçant; pointu; strident; suraigu; violent

Synoniemen voor "violent":


Wiktionary: violent

Cross Translation:
FromToVia
• violent → gewelddadig ↔ forcible — done by force
• violent → gewelddadig; bruusk; onstuimig ↔ impetuous — characterized by sudden and violent force
• violent → grof ↔ rugged — violent, rude
• violent → gewelddadig ↔ violent — involving physical conflict
• violent → gewelddadig ↔ violent — likely to use physical force

violer:

violer werkwoord (viole, violes, violons, violez, )

  1. violer
    verkrachten; aanranden
    • verkrachten werkwoord (verkracht, verkrachtte, verkrachtten, verkracht)
    • aanranden werkwoord (rand aan, randt aan, randde aan, randden aan, aangerand)
  2. violer (déshonorer; faire violence; attaquer; )
    onteren; ontwijden
    • onteren werkwoord (onteer, onteert, onteerde, onteerden, onteerd)
    • ontwijden werkwoord (ontwijd, ontwijdt, ontwijdde, ontwijdden, ontwijd)
  3. violer (profaner; calomnier; diffamer)
    schenden; ontwijden; ontheiligen
    • schenden werkwoord (schend, schendt, schond, schonden, geschonden)
    • ontwijden werkwoord (ontwijd, ontwijdt, ontwijdde, ontwijdden, ontwijd)
    • ontheiligen werkwoord (ontheilig, ontheiligt, ontheiligde, ontheiligden, ontheiligd)
  4. violer (agir contre)
    handelen in strijd met
    • handelen in strijd met werkwoord (handel in strijd met, handelt in strijd met, handelde in strijd met, handelden in strijd met, gehandeld in strijd met)

Conjugations for violer:

Présent
  1. viole
  2. violes
  3. viole
  4. violons
  5. violez
  6. violent
imparfait
  1. violais
  2. violais
  3. violait
  4. violions
  5. violiez
  6. violaient
passé simple
  1. violai
  2. violas
  3. viola
  4. violâmes
  5. violâtes
  6. violèrent
futur simple
  1. violerai
  2. violeras
  3. violera
  4. violerons
  5. violerez
  6. violeront
subjonctif présent
  1. que je viole
  2. que tu violes
  3. qu'il viole
  4. que nous violions
  5. que vous violiez
  6. qu'ils violent
conditionnel présent
  1. violerais
  2. violerais
  3. violerait
  4. violerions
  5. violeriez
  6. violeraient
passé composé
  1. ai violé
  2. as violé
  3. a violé
  4. avons violé
  5. avez violé
  6. ont violé
divers
  1. viole!
  2. violez!
  3. violons!
  5. violé
  6. violant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor violer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanranden agression; viol
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanranden violer agresser; agresser une femme; attaquer
handelen in strijd met agir contre; violer
onteren abuser de; agresser; attaquer; diffamer; déshonorer; faire violence; porter atteinte à; violer
ontheiligen calomnier; diffamer; profaner; violer
ontwijden abuser de; agresser; attaquer; calomnier; diffamer; déshonorer; faire violence; porter atteinte à; profaner; violer
schenden calomnier; diffamer; profaner; violer
verkrachten violer

Synoniemen voor "violer":


Wiktionary: violer

violer
verb
  1. Enfreindre, porter atteinte à, attenter à
  2. Avoir un rapport sexuel avec quelqu’un sans son consentement
violer
verb
  1. iemand met geweld tot seksueel verkeer dwingen
Cross Translation:
FromToVia
• violer → verkrachten ↔ rape — force sexual intercourse
• violer → schenden ↔ violate — to break or fail to act by rules
• violer → overtreden ↔ verletzen — etwas (eine Grenze, ein Gesetz) übertreten, nicht einhalten, nicht beachten

Verwante vertalingen van violent







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0702 seconde
Page rendered in 1.0 seconds