Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: destiné

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: destiné

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

destinée:
- bestemming; geadresseerde; levenslot
destiner:
- bestemmen
Wiktionary:
- destinée → fortuin, lot, levenslot, bestemming, lotsbestemming, voorland
- destinée → lot, beschikking
- destiner → bestemmen, uittrekken

Frans

Uitgebreide vertaling voor destiné (Frans) in het Nederlands

destine:

Synoniemen voor "destine":

adresse; habileté; destination; appel; diplomatie; proclamation

destiné:

Synoniemen voor "destiné":

dévolu; imparti; réparti; réservé; acquis; prédestiné; voué

destinée:

destinée [la ~] zelfstandig naamwoord

la destinée (destinataire; destin; récepteur; sort)
de bestemming; de geadresseerde
- bestemming [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geadresseerde [de ~] zelfstandig naamwoord
la destinée (sort; destin)
het levenslot
- levenslot [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor destinée:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bestemming	destin; destinataire; destinée; récepteur; sort	affectation; arrêt final; but du voyage; destination; destination de voyage; gare terminus; localisation du transport; terminus
geadresseerde	destin; destinataire; destinée; récepteur; sort
levenslot	destin; destinée; sort

Synoniemen voor "destinée":

avenir; futur; lendemain; postérité; fatalité; destin; sort; fatum; malédiction; prédestination; vocation; appel; disposition; engagement; penchant; tendance; mission

Wiktionary: destinée

destinée

noun

destin particulier d’une personne ou d’une chose.
- destinée → fortuin; lot; levenslot; bestemming; lotsbestemming; voorland

Cross Translation:

From	To	Via
• destinée	→ lot	↔ destiny — predetermined condition; fate; fixed order of things
• destinée	→ lot; beschikking	↔ fate — that which predetermines events
• destinée	→ lot	↔ fate — destiny

destiné vorm van destiner:

destiner werkwoord (destine, destines, destinons, destinez, destinent, destinais, destinait, destinions, destiniez, destinaient, destinai, destinas, destina, destinâmes, destinâtes, destinèrent, destinerai, destineras, destinera, destinerons, destinerez, destineront)

destiner (réserver; déterminer)
bestemmen
- bestemmen werkwoord (bestem, bestemt, bestemde, bestemden, bestemd)

Conjugations for destiner:

Présent

destine
destines
destine
destinons
destinez
destinent

imparfait

destinais
destinais
destinait
destinions
destiniez
destinaient

passé simple

destinai
destinas
destina
destinâmes
destinâtes
destinèrent

futur simple

destinerai
destineras
destinera
destinerons
destinerez
destineront

subjonctif présent

que je destine
que tu destines
qu'il destine
que nous destinions
que vous destiniez
qu'ils destinent

conditionnel présent

destinerais
destinerais
destinerait
destinerions
destineriez
destineraient

passé composé

ai destiné
as destiné
a destiné
avons destiné
avez destiné
ont destiné

divers

destine!
destinez!
destinons!
destiné
destinant

1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor destiner:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bestemmen	destiner; déterminer; réserver

Synoniemen voor "destiner":

adresser; proclamer; affecter; simuler; consacrer; dédier; sacrer; sacrifier; appliquer; réserver; vouer; prédestiner; prédéterminer; marquer; protéger; conserver; sauvegarder; stocker; économiser; préserver; garantir; retenir; garder

Wiktionary: destiner

destiner

verb

Traductions à trier suivant le sens
- destiner → bestemmen; uittrekken