Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: convive

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: convive

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

convive:
- eter; tafelgast; tafelgenoot; eters; tafelgasten
Wiktionary:
- convive → gast, introducé, logé
- convive → gast

Frans

Uitgebreide vertaling voor convive (Frans) in het Nederlands

convive:

convive [le ~] zelfstandig naamwoord

le convive (invité pour le dîner)
de eter; tafelgast
- eter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- tafelgast [znw.] zelfstandig naamwoord
le convive (commensal)
de tafelgenoot
- tafelgenoot [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le convive (hôte; invités pour le dîner)
de eters; tafelgasten
- eters [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- tafelgasten [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor convive:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
eter	convive; invité pour le dîner
eters	convive; hôte; invités pour le dîner
tafelgast	convive; invité pour le dîner
tafelgasten	convive; hôte; invités pour le dîner
tafelgenoot	commensal; convive

Synoniemen voor "convive":

commensal; hôte; invité; dîneur; soupeur; dîneuse; soupeuse

Wiktionary: convive

convive

noun

Personne qui se trouver à un repas avec d’autres.
- convive → gast; introducé; logé

Cross Translation:

From	To	Via
• convive	→ gast	↔ Gast — Person, die unentgeltlich oder gegen Entgelt beherbergen, bewirten oder befördern wirdWikipedia\|Gast