Chargeur: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

chargeur:
- lader; belader; laadprogramma; bagagedrager; drager; kruier; sjouwer; scheepsagent; cargadoor; scheepsbevrachter; lastdrager
Wiktionary:
- chargeur → cargadoor
- chargeur → laadapparaat
Gebruikers suggesties voor chargeur:
- oplader

Frans

Uitgebreide vertaling voor chargeur (Frans) in het Nederlands

le chargeur
de lader; de belader
- lader [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- belader [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le chargeur
laadprogramma
- laadprogramma
le chargeur (portefaix; porteur; crocheteur)
de bagagedrager; de drager; de kruier; de sjouwer
- bagagedrager [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- drager [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kruier [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- sjouwer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le chargeur (agent maritime; commissionnaire chargeur)
de scheepsagent; de cargadoor
- scheepsagent [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- cargadoor [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le chargeur (affréteur)
de scheepsbevrachter
- scheepsbevrachter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
le chargeur (homme de peine; porteur; débardeur; bagagiste)
de sjouwer; de lastdrager
- sjouwer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- lastdrager [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bagagedrager	chargeur; crocheteur; portefaix; porteur
belader	chargeur
cargadoor	agent maritime; chargeur; commissionnaire chargeur
drager	chargeur; crocheteur; portefaix; porteur	container; conteneur; détenteur; porteur; possesseur; propriétaire; tenancier; titulaire; titulaire d'une licence
kruier	chargeur; crocheteur; portefaix; porteur
lader	chargeur
lastdrager	bagagiste; chargeur; débardeur; homme de peine; porteur
scheepsagent	agent maritime; chargeur; commissionnaire chargeur
scheepsbevrachter	affréteur; chargeur
sjouwer	bagagiste; chargeur; crocheteur; débardeur; homme de peine; portefaix; porteur
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
laadprogramma	chargeur

chargeur

noun

beroep|nld, scheepvaart|nld iemand die vooral op logistiek niveau bemiddelt tussen de reder en de verlader
- cargadoor → affrêteur; chargeur

Cross Translation:

From	To	Via
• chargeur	→ laadapparaat	↔ Ladegerät — Gerät zum Aufladen von Akkumulatoren