Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- suspendu:
- suspendre:
-
Wiktionary:
- suspendu → hangend, hangende
- suspendre → schorsen
- suspendre → bevestigen, hechten, aanhechten, vastmaken, ophangen, hangen, schorsen, suspenderen, afbreken, stopzetten, afgelasten, onderbreken
Frans
Uitgebreide vertaling voor suspendu (Frans) in het Nederlands
suspendu:
-
suspendu (pendant)
in afwachting van; hangend; hangende-
in afwachting van bijvoeglijk naamwoord
-
hangend bijvoeglijk naamwoord
-
hangende bijvoeglijk naamwoord
-
-
suspendu (pendu)
opgehangen-
opgehangen bijvoeglijk naamwoord
-
-
suspendu (appendu; collant; attaché; adhérent; partisan; dévoué; accroché)
aanhangend-
aanhangend bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor suspendu:
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanhangend | accroché; adhérent; appendu; attaché; collant; dévoué; partisan; suspendu | |
hangend | pendant; suspendu | |
hangende | pendant; suspendu | |
in afwachting van | pendant; suspendu | |
opgehangen | pendu; suspendu |
Synoniemen voor "suspendu":
suspendre:
suspendre werkwoord (suspends, suspend, suspendons, suspendez, suspendent, suspendais, suspendait, suspendions, suspendiez, suspendaient, suspendis, suspendit, suspendîmes, suspendîtes, suspendirent, suspendrai, suspendras, suspendra, suspendrons, suspendrez, suspendront)
-
suspendre
-
suspendre
stilleggen-
stilleggen werkwoord
-
-
suspendre (annuler; supprimer; révoquer; retirer; résilier; décommander; abandonner)
annuleren; afzeggen; nietig verklaren; afbestellen; intrekken; afgelasten-
nietig verklaren werkwoord (verklaar nietig, verklaart nietig, verklaarde nietig, verklaarden nietig, nietig verklaard)
-
suspendre (cesser; finir; arrêter; terminer; mettre fin à; conclure; se terminer; achever; en finir; résilier; mettre au point; couper; parvenir à enlever; casser; stopper; parachever; interrompre; prendre fin; tenir levé; limiter; délimiter; s'achever)
beëindigen; afsluiten; eindigen; ophouden; stoppen; een einde maken aan-
een einde maken aan werkwoord (maak een einde aan, maakt een einde aan, maakte een einde aan, maakten een einde aan, een einde gemaakt aan)
-
suspendre (pendre; accrocher au mur; nouer; attacher avec un noeud)
Conjugations for suspendre:
Présent
- suspends
- suspends
- suspend
- suspendons
- suspendez
- suspendent
imparfait
- suspendais
- suspendais
- suspendait
- suspendions
- suspendiez
- suspendaient
passé simple
- suspendis
- suspendis
- suspendit
- suspendîmes
- suspendîtes
- suspendirent
futur simple
- suspendrai
- suspendras
- suspendra
- suspendrons
- suspendrez
- suspendront
subjonctif présent
- que je suspende
- que tu suspendes
- qu'il suspende
- que nous suspendions
- que vous suspendiez
- qu'ils suspendent
conditionnel présent
- suspendrais
- suspendrais
- suspendrait
- suspendrions
- suspendriez
- suspendraient
passé composé
- ai suspendu
- as suspendu
- a suspendu
- avons suspendu
- avez suspendu
- ont suspendu
divers
- suspends!
- suspendez!
- suspendons!
- suspendu
- suspendant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor suspendre:
Synoniemen voor "suspendre":
Wiktionary: suspendre
suspendre
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• suspendre | → bevestigen; hechten; aanhechten; vastmaken | ↔ append — To hang or attach to, as by a string |
• suspendre | → ophangen; hangen | ↔ hang — to cause to be suspended |
• suspendre | → schorsen | ↔ suspend — To halt temporarily |
• suspendre | → ophangen | ↔ suspend — To hang freely |
• suspendre | → suspenderen | ↔ suspend — To create a suspension |
• suspendre | → afbreken; stopzetten; afgelasten; onderbreken | ↔ suspend — To discontinue or interrupt a function, task, position, or event |
• suspendre | → schorsen | ↔ suspendieren — jemanden zeitweise von einer Verpflichtung oder einem Amt entbinden |
• suspendre | → schorsen | ↔ suspendieren — etwas zeitweilig aufheben |