Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. flamme:
  2. flammé:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor flamme (Frans) in het Nederlands

flamme:

flamme [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la flamme (drapeau; bannière; étendard; oriflamme; fanion)
    de vlag; de banier; de standaard; het vendel; het vaandel; de vaan
    • vlag [de ~] zelfstandig naamwoord
    • banier [de ~] zelfstandig naamwoord
    • standaard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • vendel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vaandel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vaan [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor flamme:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
banier bannière; drapeau; fanion; flamme; oriflamme; étendard
standaard bannière; drapeau; fanion; flamme; oriflamme; étendard canon; critère; norme; règle; standard; étalon
vaan bannière; drapeau; fanion; flamme; oriflamme; étendard
vaandel bannière; drapeau; fanion; flamme; oriflamme; étendard bannière
vendel bannière; drapeau; fanion; flamme; oriflamme; étendard
vlag bannière; drapeau; fanion; flamme; oriflamme; étendard drapeau; indicateur
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
standaard par défaut

Synoniemen voor "flamme":


Wiktionary: flamme

flamme
noun
  1. kleinste vorm van vuur

Cross Translation:
FromToVia
flamme laai; vlam flame — visible part of fire

flammé:

flammé bijvoeglijk naamwoord

  1. flammé (flamboyé)
    gevlamd

Vertaal Matrix voor flammé:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gevlamd flamboyé; flammé

Verwante vertalingen van flamme