Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- estime:
- estimé:
-
estimer:
- bepalen; inschatten; schatten; afwegen; berekenen; ramen; geloven; aannemen; appreciëren; waarderen; op prijs stellen; in acht nemen; ontzien; verschonen; sparen; beramen; taxeren; begroten; vaststellen; determineren; becijferen; uitwerken; calculeren; uitrekenen; raden; gissen; gissing maken; respecteren; eerbiedigen; hoogschatten; achten; hoogachten; overwegen; overdenken; adviseren; suggereren; ingeven; iets aanraden; consideren; beraden; iets overwegen
-
Wiktionary:
- estime → achting, tel
- estime → achting
- estimer → hechten aan, houden van, mogen, waarderen, begroten, schatten, taxeren, achten, achting hebben voor, achting toedragen, hoogachten, ramen
- estimer → beoordelen, evalueren, vinden, beschouwen, schatten, prijzen, veronderstellen, denken, van mening zijn, geloven, vermoeden, ramen, begroten
Frans
Uitgebreide vertaling voor estime (Frans) in het Nederlands
estime:
-
l'estime (respect; égard; considération)
-
l'estime (respect; égard; déférence; considération; vénération; estimation)
-
l'estime (appréciation; respect; évaluation; estimation; considération; égard)
-
l'estime (vénération; respect; égard; hommage; culte; adoration; considération; déférence; culte divin)
-
l'estime (déférance; observation; respect; ménagement; égard; estimation; considération; révérence; vénération)
Vertaal Matrix voor estime:
Synoniemen voor "estime":
estimé:
-
estimé (déterminé; évalué)
-
estimé
-
estimé (respecté; apprécié; honoré; illustre)
gerespecteerd; gewaardeerd; geacht; geëerde; geëerd-
gerespecteerd bijvoeglijk naamwoord
-
gewaardeerd bijvoeglijk naamwoord
-
geacht bijvoeglijk naamwoord
-
geëerde bijvoeglijk naamwoord
-
geëerd bijvoeglijk naamwoord
-
-
estimé (loué; béni)
-
estimé (cher)
zeer geachte-
zeer geachte bijvoeglijk naamwoord
-
-
estimé (couvert de lauriers; vanté; loué; fêté; célébré)
-
estimé (populaire; célèbre; fameux; désiré; couvert de lauriers; célébré; aimé; renommé; en vogue; chéri; voulu; illustre; cher; vanté; loué)
Vertaal Matrix voor estimé:
Synoniemen voor "estimé":
estimer:
estimer werkwoord (estime, estimes, estimons, estimez, estiment, estimais, estimait, estimions, estimiez, estimaient, estimai, estimas, estima, estimâmes, estimâtes, estimèrent, estimerai, estimeras, estimera, estimerons, estimerez, estimeront)
-
estimer
-
estimer (calculer; chiffrer; évaluer)
-
estimer (croire; croire en; penser; supposer)
-
estimer (apprécier; considérer; respecter; être respectueux; révérer; honorer; vénérer)
-
estimer (épargner; respecter)
-
estimer (évaluer; expertiser; cadastrer; concevoir; imaginer; planifier; tramer; faire une expertise)
-
estimer (taxer; évaluer)
-
estimer (déterminer; établir; définir; constater; vérifier; identifier; qualifier)
-
estimer (calculer; chiffrer)
-
estimer (calculer; chiffrer; évaluer; évaluer à)
-
estimer (conjecturer; deviner; spéculer; supposer; présumer; faire une expertise; présupposer)
-
estimer (respecter; considérer; honorer; vénérer; être respectueux; observer)
-
estimer (repeser; prévaloir; apprécier; évaluer; deviner; déterminer; taxer; fixer; conjecturer; faire une expertise)
-
estimer (conseiller; suggérer; insinuer; deviner; déterminer; fixer; apprécier; conjecturer; faire une expertise; recommander; évaluer; priser; taxer)
-
estimer (considérer; peser; taxer; évaluer)
overdenken; consideren; afwegen; beraden; iets overwegen-
consideren werkwoord
-
iets overwegen werkwoord
Conjugations for estimer:
Présent
- estime
- estimes
- estime
- estimons
- estimez
- estiment
imparfait
- estimais
- estimais
- estimait
- estimions
- estimiez
- estimaient
passé simple
- estimai
- estimas
- estima
- estimâmes
- estimâtes
- estimèrent
futur simple
- estimerai
- estimeras
- estimera
- estimerons
- estimerez
- estimeront
subjonctif présent
- que j'estime
- que tu estimes
- qu'il estime
- que nous estimions
- que vous estimiez
- qu'ils estiment
conditionnel présent
- estimerais
- estimerais
- estimerait
- estimerions
- estimeriez
- estimeraient
passé composé
- ai estimé
- as estimé
- a estimé
- avons estimé
- avez estimé
- ont estimé
divers
- estime!
- estimez!
- estimons!
- estimé
- estimant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles
Vertaal Matrix voor estimer:
Synoniemen voor "estimer":
Wiktionary: estimer
estimer
Cross Translation:
verb
estimer
-
priser quelque chose, en apprécier, en déterminer la valeur.
- estimer → hechten aan; houden van; mogen; waarderen; begroten; schatten; taxeren; achten; achting hebben voor; achting toedragen; hoogachten
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• estimer | → beoordelen; evalueren | ↔ assess — to determine the value of |
• estimer | → vinden; beschouwen | ↔ consider — assign some quality to |
• estimer | → schatten | ↔ estimate — to calculate roughly |
• estimer | → prijzen; schatten | ↔ prize — to consider something highly valuable |
• estimer | → veronderstellen | ↔ reckon — to conclude, as by an enumeration and balancing of chances; hence, to think; to suppose |
• estimer | → vinden; denken; van mening zijn | ↔ think — be of the opinion that |
• estimer | → denken; geloven; vermoeden | ↔ think — guess, reckon |
• estimer | → ramen; begroten | ↔ veranschlagen — den Wert einer Größe im Voraus abschätzen |
Computer vertaling door derden: