Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
nature:
- natuur; geaardheid; karakter; mentaliteit; gemoed; aard; inborst; inslag; soort; ziel; karaktereigenschap; kenmerk; karaktertrek; kwalititeit
- karakter; aard; geaardheid; inborst; inclinatie; neiging; hang; gezindheid; geneigdheid; stemming; gemoedstoestand
- puur; zuiver; maagdelijk; onschuldig; onbevlekt; rein; kuis; virginaal; ongerept; onaangeraakt; gaaf; zuivere; pure
-
Wiktionary:
- nature → natuur, aard, geaardheid, karakter, wezen
- nature → natura, natuur, wildleven, gesteldheid, aard, toestand, hoedanigheid
Frans
Uitgebreide vertaling voor nature (Frans) in het Nederlands
nature:
-
la nature (caractère; tempérament)
-
la nature (poitrine; âme; caractère; tempérament; buste)
-
la nature (genre; sorte)
-
la nature (âme; caractère)
-
la nature (trait de caractère; caractéristique; signe distinctif; trait; qualité; caractère; trait distinctif; trait caractériel; personnalité; tempérament; marque distinctive)
-
le nature (caractère)
-
le nature (tendance; paroi; penchant; désir; inclination; disposition; préférence; caractère; prédilection; convoitise; tempérament; sympathies; goût pour)
-
le nature (esprit; disposition; tempérament; âme; sympathies; tendance; connaissance; raison; caractère; génie; penchant; intelligence; inclination; intellect)
-
nature (vierge; innocent; pur; purement; pudiquement; propre; pudique; authentique; virginal; chaste; intact; innocemment; chastement)
puur; zuiver; maagdelijk; onschuldig; onbevlekt; rein; kuis-
puur bijvoeglijk naamwoord
-
zuiver bijvoeglijk naamwoord
-
maagdelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onschuldig bijvoeglijk naamwoord
-
onbevlekt bijvoeglijk naamwoord
-
rein bijvoeglijk naamwoord
-
kuis bijvoeglijk naamwoord
-
-
nature (vierge; pur; purement; virginal; intact; inaltéré)
maagdelijk; virginaal; puur; zuiver; ongerept; onaangeraakt; gaaf-
maagdelijk bijvoeglijk naamwoord
-
virginaal bijvoeglijk naamwoord
-
puur bijvoeglijk naamwoord
-
zuiver bijvoeglijk naamwoord
-
ongerept bijvoeglijk naamwoord
-
onaangeraakt bijvoeglijk naamwoord
-
gaaf bijvoeglijk naamwoord
-
-
nature (pur; authentique; net; chaste)
Vertaal Matrix voor nature:
Synoniemen voor "nature":
Wiktionary: nature
nature
Cross Translation:
noun
nature
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• nature | → natura | ↔ kind — goods and services as payment |
• nature | → natuur | ↔ nature — essential characteristics |
• nature | → natuur | ↔ nature — primitive state of being |
• nature | → natuur | ↔ nature — everything related to biological and geographical states |
• nature | → natuur | ↔ nature — environment |
• nature | → wildleven | ↔ wildlife — animals and plants in their natural environment |
• nature | → natuur; gesteldheid; aard; toestand; hoedanigheid | ↔ Beschaffenheit — heutzutage sehr selten im Plural: Eigenart oder Zustand einer Sache |
• nature | → natuur | ↔ Natur — ein Gebiet, in das der Mensch überhaupt nicht oder nur wenig gestaltend und verändernd eingegriffen hat |
• nature | → natuur | ↔ Natur — die Welt der Natur (im Gegensatz zu der durch den Menschen geschaffenen Welt der Kultur) |