Frans

Uitgebreide vertaling voor contester (Frans) in het Nederlands

contester:

contester werkwoord (conteste, contestes, contestons, contestez, )

  1. contester (disputer; attaquer)
    betwisten; aanvechten; bestrijden
    • betwisten werkwoord (betwist, betwistte, betwistten, betwist)
    • aanvechten werkwoord (vecht aan, vocht aan, vochten aan, aangevochten)
    • bestrijden werkwoord (bestrijd, bestrijdt, bestreed, bestreden, bestreden)
  2. contester (protester; démentir; contredire; répliquer; nier)
    weerspreken; in tegenspraak zijn met; tegenspreken
  3. contester (controverser; discuter; contredire; )
    twisten; disputeren; argumenteren; redetwisten
    • twisten werkwoord (twist, twistte, twistten, getwist)
    • disputeren werkwoord (disputeer, disputeert, disputeerde, disputeerden, gedisputeerd)
    • argumenteren werkwoord (argumenteer, argumenteert, argumenteerde, argumenteerden, geargumenteerd)
    • redetwisten werkwoord (redetwist, redetwistte, redetwistten, geredetwist)

Conjugations for contester:

Présent
  1. conteste
  2. contestes
  3. conteste
  4. contestons
  5. contestez
  6. contestent
imparfait
  1. contestais
  2. contestais
  3. contestait
  4. contestions
  5. contestiez
  6. contestaient
passé simple
  1. contestai
  2. contestas
  3. contesta
  4. contestâmes
  5. contestâtes
  6. contestèrent
futur simple
  1. contesterai
  2. contesteras
  3. contestera
  4. contesterons
  5. contesterez
  6. contesteront
subjonctif présent
  1. que je conteste
  2. que tu contestes
  3. qu'il conteste
  4. que nous contestions
  5. que vous contestiez
  6. qu'ils contestent
conditionnel présent
  1. contesterais
  2. contesterais
  3. contesterait
  4. contesterions
  5. contesteriez
  6. contesteraient
passé composé
  1. ai contesté
  2. as contesté
  3. a contesté
  4. avons contesté
  5. avez contesté
  6. ont contesté
divers
  1. conteste!
  2. contestez!
  3. contestons!
  4. contesté
  5. contestant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor contester:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvechten dispute; lutte
bestrijden dispute; lutte
betwisten dispute; lutte
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvechten attaquer; contester; disputer
argumenteren argumenter; contester; contredire; controverser; discuter; débattre; répliquer argumenter; raisonner
bestrijden attaquer; contester; disputer battre; combattre
betwisten attaquer; contester; disputer
disputeren argumenter; contester; contredire; controverser; discuter; débattre; répliquer
in tegenspraak zijn met contester; contredire; démentir; nier; protester; répliquer
redetwisten argumenter; contester; contredire; controverser; discuter; débattre; répliquer
tegenspreken contester; contredire; démentir; nier; protester; répliquer avoir des objections; contredire; répliquer; s'opposer à
twisten argumenter; contester; contredire; controverser; discuter; débattre; répliquer argumenter; courber à plusieurs reprises; discuter; polémiquer; se chamailler; se disputer; se quereller
weerspreken contester; contredire; démentir; nier; protester; répliquer contredire; répliquer

Synoniemen voor "contester":


Wiktionary: contester

contester
verb
  1. Mettre en discussion ce que quelqu’un revendique.
contester
verb
  1. iemand iets ~ iemand het recht ergens toe trachten te ontzeggen
  2. (overgankelijk) harde oppositie voeren, zich verzetten (tegen bestaande autoritaire structuren)
  3. verklaren dat het gestelde niet waar is

Cross Translation:
FromToVia
contester betwisten impugn — question the validity of
contester weigeren refute — to deny the truth or correctness of (something)

Computer vertaling door derden: