Accusation: vertaling Frans

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

accusation:
- beschuldiging; verdachtmaking; aantijging; insinuatie; aanklacht; tenlastelegging; beschuldigen; toespeling; zijdelingse verdachtmaking
Wiktionary:
- accusation → aanklacht, beschuldiging, telastlegging, tenlastelegging, aangifte, accusatie

Frans

Uitgebreide vertaling voor accusation (Frans) in het Nederlands

l'accusation (insinuation; inculpation)
de beschuldiging; de verdachtmaking; de aantijging; de insinuatie
- beschuldiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verdachtmaking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aantijging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- insinuatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'accusation (inculpation; plainte; plaintes; doléances; insinuation; réclamation; imputation)
de aanklacht; de beschuldiging; de tenlastelegging
- aanklacht [de ~] zelfstandig naamwoord
- beschuldiging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- tenlastelegging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'accusation
beschuldigen
- beschuldigen [znw.] zelfstandig naamwoord
l'accusation
de tenlastelegging
- tenlastelegging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
l'accusation (insinuation; allusion; inculpation; imputation)
de insinuatie; de toespeling; de aantijging; zijdelingse verdachtmaking
- insinuatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- toespeling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aantijging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zijdelingse verdachtmaking [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanklacht	accusation; doléances; imputation; inculpation; insinuation; plainte; plaintes; réclamation
aantijging	accusation; allusion; imputation; inculpation; insinuation
beschuldigen	accusation
beschuldiging	accusation; doléances; imputation; inculpation; insinuation; plainte; plaintes; réclamation	soupçon; supposition; suspicion
insinuatie	accusation; allusion; imputation; inculpation; insinuation
tenlastelegging	accusation; doléances; imputation; inculpation; insinuation; plainte; plaintes; réclamation
toespeling	accusation; allusion; imputation; inculpation; insinuation	allusion; indication; indice; référence; suggestion
verdachtmaking	accusation; inculpation; insinuation	accusation malveillante; insinuation
zijdelingse verdachtmaking	accusation; allusion; imputation; inculpation; insinuation
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beschuldigen		accuser; avoir de la rancoeur; avoir de la rancune; avoir à redire; blâmer; charger; compromettre; condamner; critiquer; discréditer; dénoncer; déshonorer; en vouloir à quelqu'un; enlever; garder rancune; gronder; imputer; incriminer; inculper; jeter quelque chose aux pieds de; prendre; reprocher; retirer; réprimander; réprouver; soupçonner; suspecter; vitupérer; éprouver du ressentiment

accusation

noun

accusation

noun

verouderd|nld beschuldiging, aanklacht
- accusatie → accusation
het aangeven dat iemand iets moreel of gerechtelijk verkeerds heeft gedaan
- beschuldiging → accusation; attaque; incrimination

Computer vertaling door derden: