Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. perle:
  2. perler:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor perle (Frans) in het Nederlands

perle:

perle [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la perle (bijou; joyau; pierre précieuse; parure)
    het juweel; het bijou; het sieraad
    • juweel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • bijou [het ~] zelfstandig naamwoord
    • sieraad [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. la perle
    de parel
    • parel [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. la perle (perles d'un collier; coraux; grain; )
    de kralen
    • kralen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor perle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijou bijou; joyau; parure; perle; pierre précieuse
juweel bijou; joyau; parure; perle; pierre précieuse
kralen bord de perles; corail; coraux; grain; grains; perle; perles d'un collier
parel perle
sieraad bijou; joyau; parure; perle; pierre précieuse bijou; ornement; parure
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kralen perler; pétiller

Synoniemen voor "perle":


Wiktionary: perle

perle
noun
  1. globule ordinairement d’un blanc argentin, à reflets irisés, qui se forme dans certaines coquilles par une extravasation de la nacre.
perle
noun
  1. een hard, rond voorwerp dat door bepaalde weekdieren (hoofdzakelijk oesters, soms slakken) wordt gemaakt, en dat opgevist wordt om als sieraad te dienen

Cross Translation:
FromToVia
perle parel; korrel bead — pierced small round object
perle parel pearl — rounded shelly concretion produced by certain mollusks
perle parel Perle — kugelförmiges Abfallprodukt bestimmter Muschelarten aus Perlmutt, das zu (kostbaren) Schmuck verarbeitet wird

perle vorm van perler:

perler werkwoord (perle, perles, perlons, perlez, )

  1. perler (pétiller)
    kralen; parelen
    • kralen werkwoord (kraal, kraalt, kraalde, kraalden, gekraald)
    • parelen werkwoord (parel, parelt, parelde, parelden, gepareld)

Conjugations for perler:

Présent
  1. perle
  2. perles
  3. perle
  4. perlons
  5. perlez
  6. perlent
imparfait
  1. perlais
  2. perlais
  3. perlait
  4. perlions
  5. perliez
  6. perlaient
passé simple
  1. perlai
  2. perlas
  3. perla
  4. perlâmes
  5. perlâtes
  6. perlèrent
futur simple
  1. perlerai
  2. perleras
  3. perlera
  4. perlerons
  5. perlerez
  6. perleront
subjonctif présent
  1. que je perle
  2. que tu perles
  3. qu'il perle
  4. que nous perlions
  5. que vous perliez
  6. qu'ils perlent
conditionnel présent
  1. perlerais
  2. perlerais
  3. perlerait
  4. perlerions
  5. perleriez
  6. perleraient
passé composé
  1. ai perlé
  2. as perlé
  3. a perlé
  4. avons perlé
  5. avez perlé
  6. ont perlé
divers
  1. perle!
  2. perlez!
  3. perlons!
  4. perlé
  5. perlant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor perler:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kralen bord de perles; corail; coraux; grain; grains; perle; perles d'un collier
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kralen perler; pétiller
parelen perler; pétiller
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
parelen de perles

Synoniemen voor "perler":


Verwante vertalingen van perle