Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
maigre:
- mager; dun; geen vet op de botten hebbende; schraal; iel; schriel; weinig; luttel; slank; tenger; fijngebouwd; fijn; rank; vetarm; halfvet; laagcalorisch; pover; karig; berooid; droog; schamel; armzalig; vetloos; lang en dun; piekerig; spinachtig; sprietig; armoedig; armelijk; benig; ingevallen; luizig; schooierig; lichtgebouwd
- maîgre:
- Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor maigre (Frans) in het Nederlands
maigre:
-
maigre (qui n'a que la peau et les os; mince; grêle; délié; fluet)
-
maigre (rare; un peu de; peu; rarement)
-
maigre (de taille fine; frêle; mince; fin; gracile; svelte; maigrichon; fragile; finement; tendre)
-
maigre (pauvre en matières grasses; demi-écrémé; demi-gras)
mager; vetarm; halfvet; laagcalorisch-
mager bijvoeglijk naamwoord
-
vetarm bijvoeglijk naamwoord
-
halfvet bijvoeglijk naamwoord
-
laagcalorisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
maigre (pauvre; mince; sobre; chiche; parcimonieux; rare; pauvrement; sobrement)
-
maigre (aride; sec; pauvre; mince; désseché; frugal; peu; minable; grêle; tari; misérable; pitoyable; chiche; malingre; pingre; ladre)
-
maigre (pauvre; pitoyable; mince; dépourvu; défavorisé; misérable; frêle; fluet)
-
maigre (sans gras)
-
maigre (effilé; élancé; mince; fluet)
lang en dun; piekerig; spinachtig; sprietig-
lang en dun bijvoeglijk naamwoord
-
piekerig bijvoeglijk naamwoord
-
spinachtig bijvoeglijk naamwoord
-
sprietig bijvoeglijk naamwoord
-
-
maigre (pauvre; misérablement; insuffisant; misérable; pauvrement)
-
maigre (osseux; noueux)
-
maigre (creux; enfoncé)
ingevallen-
ingevallen bijvoeglijk naamwoord
-
-
maigre (misérable; pauvre; minable; pouilleux)
armzalig; pover; luizig; armoedig; schooierig-
armzalig bijvoeglijk naamwoord
-
pover bijvoeglijk naamwoord
-
luizig bijvoeglijk naamwoord
-
armoedig bijvoeglijk naamwoord
-
schooierig bijvoeglijk naamwoord
-
-
maigre (de taille fine; tendre; fin; mince; fine; svelte)
Vertaal Matrix voor maigre:
Synoniemen voor "maigre":
Wiktionary: maigre
maigre
maigre
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• maigre | → mager | ↔ lean — of meat, having little fat |
• maigre | → schamel; mager | ↔ meager — poor, deficient or inferior |
• maigre | → mager | ↔ meager — lean |
• maigre | → ombervis | ↔ meagre — Argyrosomus regius |
• maigre | → gering; karig | ↔ scant — very little |
• maigre | → mager | ↔ skinny — thin |
• maigre | → mager | ↔ mager — dünn, dürr |
• maigre | → mager | ↔ schmal — wenig, knapp, unzureichend |
maîgre:
Vertaal Matrix voor maîgre:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
mager | délicat; effilé; fine; fragile; frêle; gracile; maigrichon; maîgre; mince | chiche; demi-gras; demi-écrémé; défavorisé; délié; dépourvu; fluet; frêle; gracile; grêle; inconstant; maigre; mince; misérable; parcimonieux; pauvre; pauvre en matières grasses; pauvrement; pitoyable; qui n'a que la peau et les os; rare; sobre; sobrement; svelte |
spichtig | délicat; effilé; fine; fragile; frêle; gracile; maigrichon; maîgre; mince | grêle |
tenger | délicat; effilé; fine; fragile; frêle; gracile; maigrichon; maîgre; mince | de taille fine; délicat; fin; fine; finement; fragile; frêle; gracile; maigre; maigrichon; mince; svelte; tendre; tendrement |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
sprieterig | délicat; effilé; fine; fragile; frêle; gracile; maigrichon; maîgre; mince |