Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. diffusion:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor diffusion (Frans) in het Nederlands

diffusion:

diffusion [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la diffusion (dissémination; distribution; dispersion)
    de verspreiding; uitstrooiing
  2. la diffusion (expansion; étendue; publication; distribution; propagation)
    de verbreiding; uitspreiding; de uitlegging
  3. la diffusion
    de uitzending
  4. la diffusion
    de spreiding
  5. la diffusion
    de diffusie
    • diffusie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor diffusion:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
diffusie diffusion
spreiding diffusion dispersion; engraissement
uitlegging diffusion; distribution; expansion; propagation; publication; étendue annonce; communication; faire-part
uitspreiding diffusion; distribution; expansion; propagation; publication; étendue
uitstrooiing diffusion; dispersion; dissémination; distribution
uitzending diffusion programme; programme de radio; radiodiffusion; retransmission; émission; émission radiophonique
verbreiding diffusion; distribution; expansion; propagation; publication; étendue
verspreiding diffusion; dispersion; dissémination; distribution

Synoniemen voor "diffusion":


Wiktionary: diffusion


Cross Translation:
FromToVia
diffusion verspreiding; verstrooiing scattering — physical process

Verwante vertalingen van diffusion