Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. lecteur:
  2. électeur:
  3. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor lecteur (Frans) in het Nederlands

lecteur:

lecteur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le lecteur
    de lezer
    • lezer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le lecteur
    het leesapparaat
  3. le lecteur
    het station
    • station [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. le lecteur
    de speler
    • speler [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. le lecteur (lecteur de disquette; lecteur de disque)

Vertaal Matrix voor lecteur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
leesapparaat lecteur
lezer lecteur
speler lecteur acteur; artiste; comédien; joueur; joueur de dés; joueuse; spéculateur
station lecteur gare; station
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
diskettestation lecteur; lecteur de disque; lecteur de disquette
schijfstation lecteur; lecteur de disque; lecteur de disquette

Synoniemen voor "lecteur":


Wiktionary: lecteur

lecteur
noun
  1. celui qui lit
lecteur
noun
  1. iemand die (een bepaald geschrift) leest

Cross Translation:
FromToVia
lecteur speler player — electronic device
lecteur speler; player player — software application
lecteur lezer reader — person who reads a publication

électeur:

électeur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'électeur (votant)
    de kiesgerechtigde; de kiezer; de kiesman
  2. l'électeur
    de stemmer
    • stemmer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor électeur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kiesgerechtigde votant; électeur
kiesman votant; électeur
kiezer votant; électeur numéroteur
stemmer électeur

Synoniemen voor "électeur":


Verwante vertalingen van lecteur