Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
agripper:
-
Wiktionary:
agripper → bemachtigen, grijpen, aangrijpen, vastgrijpen
agripper → vastpakken, grijpen -
Synoniemen voor "agripper":
accrocher; pendre; suspendre; fixer; attacher; clouer; épingler; agrafer; river; cramponner; harponner; prendre; saisir; attraper; happer; arrêter; colleter; intercepter; atteindre; surprendre; confisquer; réquisitionner
-
Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor agripper (Frans) in het Nederlands
Spelling Suggesties voor: agripper
agripper:
Synoniemen voor "agripper":
Wiktionary: agripper
agripper
Cross Translation:
verb
-
sens transitif
- agripper → bemachtigen; grijpen; aangrijpen; vastgrijpen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• agripper | → vastpakken; grijpen | ↔ grasp — to grip |
• agripper | → grijpen | ↔ grip — to take hold |
Computer vertaling door derden:
Nederlands