Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: naissance

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: naissance

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

naissance:
- geboorte; bevalling; verlossing
Wiktionary:
- naissance → geboorte
- naissance → geboorte, slab
Gebruikers suggesties voor naissance:
- onstaan

Frans

Uitgebreide vertaling voor naissance (Frans) in het Nederlands

naissance:

naissance [la ~] zelfstandig naamwoord

la naissance (accouchement; délivrance; parturition; couches)
de geboorte; de bevalling; de verlossing
- geboorte [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bevalling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verlossing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor naissance:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bevalling	accouchement; couches; délivrance; naissance; parturition
geboorte	accouchement; couches; délivrance; naissance; parturition
verlossing	accouchement; couches; délivrance; naissance; parturition	Rédemption; béatitude; délice; délices; délivrance; félicité; libération; mise en liberté; salut; sauvetage; secours

Synoniemen voor "naissance":

agnelage; agnèlement; mise bas; commencement; début; origine; préliminaire; source; racine; prélude; départ; primeur; envoi; avènement; introduction; entrée; éclosion; apparition; effloraison; épanouissement; floraison; manifestation; production; sortie; enfantement; accouchement; couches; délivrance; parturition; gésine; extraction; déracinement; genèse; formation; élaboration; oeuvre; jour; journée; date; nativité; Noël

Wiktionary: naissance

naissance

noun

Venue d’un être à la vie
- naissance → geboorte

naissance

noun

actie waarbij een organisme uit zijn/haar moeder komt en aan zijn zelfstandige leven begint
- geboorte → naissance

Cross Translation:

From	To	Via
• naissance	→ geboorte	↔ birth — process of childbearing; beginning of life
• naissance	→ slab	↔ Lätzchen — kleines Tuch als Schutz vor Verschmutzung beim Essen, das um den Hals herum gebunden wird

Verwante vertalingen van naissance