Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mai:
  2. Wiktionary:


Frans

Uitgebreide vertaling voor mai (Frans) in het Nederlands

mai:

mai [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le mai (mois de mai)
    de mei
    • mei [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor mai:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mei mai; mois de mai

Wiktionary: mai

mai
noun
  1. cinquième mois de l’année dans le calendrier grégorien, il est placé entre avril et juin, et dure 31 jours.

Cross Translation:
FromToVia
mai mei May — fifth month of the Gregorian calendar
mai meiboom maypole — pole, garlanded with streamers held by people who dance around it to celebrate May Day
mai bloeimaand; mei Mai — der fünfte Monat im Jahr

Verwante vertalingen van mai