Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
coup:
- putsch; staatsgreep; coup; vluggertje; tussendoortje; schaakstukverplaatsing; zet; bluts; deuk; instulping; stoot; por; duwtje; duw; stootje; dreun; klap; knal; smak; kwak; harde slag; slag; vuistslag; opdonder; uithaal; toegebrachte klap; tik; lel; klop; mep; jens; slok; dronk; teug; scheutje; klokslag; steek; messteek; botsing; opeen knallen; muilpeer; hengst; peut; oplawaai; opduvel; gekke streek; rare streek; schaakzet; beurse plek
- voetbeweging; trap; schop
- coupé:
- à-coup:
- Wiktionary:
Nederlands naar Frans: Meer gegevens...
- coup:
- coupé:
-
Wiktionary:
- coupé → compartiment
Frans
Uitgebreide vertaling voor coup (Frans) in het Nederlands
coup:
-
le coup (coup d'Etat; putsch)
-
le coup
-
le coup
-
le coup (bosse)
-
le coup (poussée; coup de pouce; butoir; impulsion; petit coup; choc; heurt; cahot)
-
le coup (lourde chute; choc; boum; grondement; fracas; éclat; coup violent)
-
le coup (claque; gifle; tape)
-
le coup (coup de poing; claque; torgnole)
-
le coup (claque; petit coup; gifle; tape)
-
le coup (claque; gifle)
-
le coup (gorgée; trait)
-
le coup (soupçon; rien; pousse)
-
le coup (coup de clocher; sonnerie)
-
le coup (coup de couteau; piqûre)
-
le coup (collision; accrochage; altercation; choc; cahot)
-
le coup (torgnole; baffe; pain; gifle; beigne; claque; coup dur; petit coup; heurt)
-
le coup (caprice; tour; bêtise; coup de tête; cabriole)
-
le coup (coup d'échecs)
-
le coup (partie blette)
-
coup
Vertaal Matrix voor coup:
Synoniemen voor "coup":
Wiktionary: coup
coup
Cross Translation:
noun
coup
noun
-
een slag met een scherp voorwerp
-
illegale afzetting van een regering
- staatsgreep → coup; coup d'état
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• coup | → slag | ↔ blow — act of striking or hitting |
• coup | → staatsgreep | ↔ coup d'état — sudden overthrow of a government |
• coup | → stoot; slag | ↔ hit — blow, punch |
• coup | → schelmenstreek | ↔ knavery — the (mis)behaviour of a knave |
• coup | → klap | ↔ knock — impact |
• coup | → beurt; zet | ↔ move — the act of moving a token on a gameboard |
• coup | → klap | ↔ stroke — blow |
• coup | → slag | ↔ stroke — single movement with a tool |
• coup | → slag | ↔ stroke — act of striking with a weapon |
• coup | → klop | ↔ whack — A blow, impact or slap |
coupé:
-
coupé
-
coupé (tranché à l'aide d'un couteau; sectionné; tranché)
doorgesneden-
doorgesneden bijvoeglijk naamwoord
-
-
coupé (clivé; tranché; fendu)
doorgehakt; in tweeën gehouwen; doorkliefd; doorgehouwen-
doorgehakt bijvoeglijk naamwoord
-
in tweeën gehouwen bijvoeglijk naamwoord
-
doorkliefd bijvoeglijk naamwoord
-
doorgehouwen bijvoeglijk naamwoord
-
-
coupé (entrelardé; marbré)
-
le coupé (compartiment)
Vertaal Matrix voor coupé:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
compartiment | compartiment; coupé | |
coupé | compartiment; coupé | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
doorregen | coupé; entrelardé; marbré | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
doorgehakt | clivé; coupé; fendu; tranché | |
doorgehouwen | clivé; coupé; fendu; tranché | |
doorgesneden | coupé; sectionné; tranché; tranché à l'aide d'un couteau | |
doorkliefd | clivé; coupé; fendu; tranché | |
doorwassen | coupé; entrelardé; marbré | |
gesneden | coupé | |
in tweeën gehouwen | clivé; coupé; fendu; tranché |
Synoniemen voor "coupé":
à-coup:
-
l'à-coup (choc; secousse; mouvement brusque; saccade; heurt)
Vertaal Matrix voor à-coup:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
hort | choc; heurt; mouvement brusque; saccade; secousse; à-coup | |
schok | choc; heurt; mouvement brusque; saccade; secousse; à-coup | |
schokkende beweging | choc; heurt; mouvement brusque; saccade; secousse; à-coup | |
stoot | choc; heurt; mouvement brusque; saccade; secousse; à-coup | baffe; beigne; butoir; cahot; chataîgne; choc; claque; coup; coup de pouce; coup dur; gifle; gnon; heurt; impulsion; marron; pain; petit coup; poussée; torgnole |
Verwante vertalingen van coup
Nederlands
Uitgebreide vertaling voor coup (Nederlands) in het Frans
coup:
-
de coup (staatsgreep; putsch)
Vertaal Matrix voor coup:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
coup | coup; putsch; staatsgreep | beurse plek; bluts; botsing; deuk; dreun; dronk; duw; duwtje; gekke streek; harde slag; hengst; instulping; jens; klap; klokslag; klop; knal; kwak; lel; mep; messteek; muilpeer; opdonder; opduvel; opeen knallen; oplawaai; peut; por; rare streek; schaakstukverplaatsing; schaakzet; scheutje; schop; slag; slok; smak; steek; stoot; stootje; teug; tik; toegebrachte klap; trap; tussendoortje; uithaal; vluggertje; voetbeweging; vuistslag; zet |
coup d'Etat | coup; putsch; staatsgreep | |
putsch | coup; putsch; staatsgreep |
Verwante woorden van "coup":
coup vorm van coupé:
-
de coupé (compartiment)
Vertaal Matrix voor coupé:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
compartiment | compartiment; coupé | bucket; holte; muurnis; nis; uitholling |
coupé | compartiment; coupé | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
coupé | doorgehakt; doorgehouwen; doorgesneden; doorkliefd; doorregen; doorwassen; gesneden; in tweeën gehouwen |
Verwante woorden van "coupé":
Wiktionary: coupé
coupé
noun