Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: caille

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: caille

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

caille:
- kwartel; kwakkel
écaille:
- schilfer; schub; krul; haarkrul
caillé:
- gestremd; gestold; geronnen
Wiktionary:
- caille → kwartel
- caille → kwartel, kwakkel
- écaille → schilfer, schub
- écaille → schub
- caillé → platte kaas, kwark

Frans

Uitgebreide vertaling voor caille (Frans) in het Nederlands

caille:

caille [la ~] zelfstandig naamwoord

la caille
de kwartel; de kwakkel
- kwartel [de ~] zelfstandig naamwoord
- kwakkel [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor caille:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kwakkel	caille
kwartel	caille

Wiktionary: caille

caille

noun

Oiseau
- caille → kwartel

caille

noun

Coturnix coturnix, vederwild en hoendervogel
- kwartel → caille; caille des blés

Cross Translation:

From	To	Via
• caille	→ kwartel	↔ Wachtel — Ornithologie: kleinstes Huhn Europas, das man hauptsächlich durch dessen Rufe erkennt, da es in dichter Vegetation lebt
• caille	→ kwartel; kwakkel	↔ quail — any of several small game birds

écaille:

écaille [la ~] zelfstandig naamwoord

l'écaille (écaillure; pellicule; squame)
de schilfer
- schilfer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
l'écaille (pellicule)
de schub
- schub [de ~] zelfstandig naamwoord
l'écaille (boucle; flocon; pellicule; copeau; puce; éclat; microprocesseur)
de krul; de haarkrul
- krul [de ~] zelfstandig naamwoord
- haarkrul [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor écaille:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
haarkrul	boucle; copeau; flocon; microprocesseur; pellicule; puce; écaille; éclat
krul	boucle; copeau; flocon; microprocesseur; pellicule; puce; écaille; éclat	boucle; boucle de cheveux; frison; mèche; pissotière; spirale; urinal; urinoir; vespasienne
schilfer	pellicule; squame; écaille; écaillure
schub	pellicule; écaille

Synoniemen voor "écaille":

coquille; coque; coquillage; carapace; conque; squame; écaillure; fragment; ébréchure; écornure; épaufrure; enveloppe; contenant; étui; fourreau; gaine; écrin; emballage; housse; cosse; gousse; bogue; gangue; pelure; peau; pellicule; écorce

Wiktionary: écaille

écaille

noun

Petites lames minces et plates qui couvrir la peau de certains poissons et de certains reptiles.
- écaille → schilfer; schub

écaille

noun

een van meerdere overlappende plaatjes van keratine die aan een kant vastzitten en zo een oppervlak bedekken
- schub → écaille

Cross Translation:

From	To	Via
• écaille	→ schub	↔ scale — keratin pieces covering the skin of certain animals

caillé:

caillé bijvoeglijk naamwoord

caillé (coagulé)
gestremd; gestold; geronnen
- gestremd bijvoeglijk naamwoord
- gestold bijvoeglijk naamwoord
- geronnen bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor caillé:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geronnen	caillé; coagulé
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gestold	caillé; coagulé
gestremd	caillé; coagulé

Wiktionary: caillé

Cross Translation:

From	To	Via
• caillé	→ platte kaas	↔ junket — dessert
• caillé	→ kwark	↔ quark — soft creamy cheese

Computer vertaling door derden: