Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
- résulter:
-
Wiktionary:
- résulter → resulteren, uitkomen, volgen, voortkomen, voortspruiten, voortvloeien
- résulter → daarop volgen, erop volgen, veroorzaken, leiden tot, tot gevolg hebben
Frans
Uitgebreide vertaling voor résulter (Frans) in het Nederlands
résulter:
-
résulter (aboutir à; atteindre; culminer)
resulteren; uitvloeien in; uitkomen bij-
uitvloeien in werkwoord (vloei uit in, vloeit uit in, vloeide uit in, vloeiden uit in, uitgevloeid in)
-
uitkomen bij werkwoord
-
résulter (provenir; dériver; être issu)
Vertaal Matrix voor résulter:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
spruiten | boutures; crossettes; descendance; origine; plançons | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
resulteren | aboutir à; atteindre; culminer; résulter | aboutir à; avoir pour conséquence; avoir pour résultat; causer; se déverser dans |
spruiten | dériver; provenir; résulter; être issu | descendre de; donner des rejets; germer; provenir; provenir de; rejeter; venir de; être issu de; être originaire de |
uitkomen bij | aboutir à; atteindre; culminer; résulter | |
uitvloeien in | aboutir à; atteindre; culminer; résulter | déverser ses eaux dans; se jeter dans |
voortspruiten | dériver; provenir; résulter; être issu |
Synoniemen voor "résulter":
Wiktionary: résulter
résulter
Cross Translation:
verb
-
S’ensuivre. — note Il s’emploie pour marquer les inductions, les conséquences qu’on tirer d’un discours, d’un raisonnement, d’un examen, d’une recherche, etc.
- résulter → resulteren; uitkomen; volgen; voortkomen; voortspruiten; voortvloeien
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• résulter | → daarop volgen; erop volgen | ↔ ensue — to occur as consequence |
• résulter | → veroorzaken; leiden tot; tot gevolg hebben | ↔ result — to proceed, spring, or rise, as a consequence |
Computer vertaling door derden: