Propos: vertaling Frans

Remove Ads

Overzicht

Frans naar Nederlands: Meer gegevens...

propos:
- voornemen; plan; opzet
proposé:
- voorgesteld; beoogd; toekomstig; aankomend; toekomend; toekomstige; aanstaand; voorgenomen
à-propos:
- gevatheid; bijdehandheid; snedigheid; adremheid
à propos:
- trouwens; à propos; apropos; terzake; gelegen; van pas; adrem; bijdehand; snedig; gevat; raak; toepasselijk; treffend
Wiktionary:
- propos → doel, bedoeling, strekking, plan, toeleg, voornemen, zin, zeggen, woord, betoog
- à propos → apropos, tussen haakjes
- à propos → betreffend, terloops, trouwens, nu dat ik eraan denk, overigens, tussen haakjes

Nederlands naar Frans: Meer gegevens...

à propos:
- à propos; au demeurant; du reste; d'ailleurs
Wiktionary:
- à propos → à propos de

Frans

Uitgebreide vertaling voor propos (Frans) in het Nederlands

propos:

propos [le ~] zelfstandig naamwoord

le propos (intention; dessein; résolution; projet)
het voornemen; de plan; de opzet
- voornemen [het ~] zelfstandig naamwoord
- plan [de ~] zelfstandig naamwoord
- opzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor propos:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
opzet	dessein; intention; projet; propos; résolution	planification
plan	dessein; intention; projet; propos; résolution	comportement; conduite; couche; degré; gradation; mesure; niveau; norme; plan; planification; projet
voornemen	dessein; intention; projet; propos; résolution	but; cible; dessein; destination; intention; objectif
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
voornemen		avoir l'intention de; former le dessein de
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
plan		plan

Synoniemen voor "propos":

discours; conférence; déclaration; allocution; adresse; harangue; causerie; message; plaidoyer; plaidoirie; prédication; homélie; sermon; intention; projet; dessein; idée; pensée; calcul; préméditation; mobile; motif; résolution; détermination; décision; désir; mot; terme; lettre; parole; dispute; querelle; but; sujet; enclin; porté; susceptible; matière; point; fond; thème; question

Wiktionary: propos

propos

noun

parole échanger dans la conversation.
- propos → doel; bedoeling; strekking; plan; toeleg; voornemen; zin; zeggen; woord; betoog

proposé:

proposé bijvoeglijk naamwoord

proposé (visé; présenté; imaginé; privilégié; figuré)
voorgesteld; beoogd
- voorgesteld bijvoeglijk naamwoord
- beoogd bijvoeglijk naamwoord
proposé (prochain; futur; à venir; entendu; apprenti; proche; en herbe)
toekomstig; aankomend; toekomend; toekomstige; aanstaand
- toekomstig bijvoeglijk naamwoord
- aankomend bijvoeglijk naamwoord
- toekomend bijvoeglijk naamwoord
- toekomstige bijvoeglijk naamwoord
- aanstaand bijvoeglijk naamwoord
proposé (prévu; entendu; projeté; visé; poursuivi)
voorgenomen; beoogd
- voorgenomen bijvoeglijk naamwoord
- beoogd bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor proposé:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aankomend	apprenti; en herbe; entendu; futur; prochain; proche; proposé; à venir
aanstaand	apprenti; en herbe; entendu; futur; prochain; proche; proposé; à venir
toekomend	apprenti; en herbe; entendu; futur; prochain; proche; proposé; à venir
toekomstig	apprenti; en herbe; entendu; futur; prochain; proche; proposé; à venir
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
beoogd	entendu; figuré; imaginé; poursuivi; privilégié; projeté; proposé; présenté; prévu; visé
toekomstige	apprenti; en herbe; entendu; futur; prochain; proche; proposé; à venir
voorgenomen	entendu; poursuivi; projeté; proposé; prévu; visé
voorgesteld	figuré; imaginé; privilégié; proposé; présenté; visé

Synoniemen voor "proposé":

recommandé; offert; présenté; soumis

à-propos:

à-propos [le ~] zelfstandig naamwoord

l'à-propos (esprit débrouillard; ingéniosité; intelligence; perspicacité; sagacité; promptitude; esprit d'à-propos; promptitude à la riposte; réplique prompte; esprit de repartie)
de gevatheid; bijdehandheid; de snedigheid; adremheid
- gevatheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bijdehandheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- snedigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- adremheid [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor à-propos:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adremheid	esprit d'à-propos; esprit de repartie; esprit débrouillard; ingéniosité; intelligence; perspicacité; promptitude; promptitude à la riposte; réplique prompte; sagacité; à-propos
bijdehandheid	esprit d'à-propos; esprit de repartie; esprit débrouillard; ingéniosité; intelligence; perspicacité; promptitude; promptitude à la riposte; réplique prompte; sagacité; à-propos
gevatheid	esprit d'à-propos; esprit de repartie; esprit débrouillard; ingéniosité; intelligence; perspicacité; promptitude; promptitude à la riposte; réplique prompte; sagacité; à-propos
snedigheid	esprit d'à-propos; esprit de repartie; esprit débrouillard; ingéniosité; intelligence; perspicacité; promptitude; promptitude à la riposte; réplique prompte; sagacité; à-propos

Synoniemen voor "à-propos":

opportunité; occasion; pertinence; esprit; adéquation; concordance; convenance

à propos:

à propos bijvoeglijk naamwoord

à propos (d'ailleurs; au demeurant; du reste)
trouwens; à propos
- trouwens bijwoord
- à propos bijvoeglijk naamwoord
à propos (d'ailleurs)
apropos
- apropos bijvoeglijk naamwoord
à propos (au point; concis)
terzake
- terzake bijvoeglijk naamwoord
à propos (opportun; propice; au bon moment; de saison)
gelegen; van pas
- gelegen bijvoeglijk naamwoord
- van pas bijvoeglijk naamwoord
à propos (au fait; prompt à la riposte; vif; malin; débrouillard; intelligent; sagace; adroit; tranchant; astucieusement; futé; judicieux; vive; habile; éveillé; avec ruse; fin; alerte; rusé; astucieux; avisé; prompt; ingénieux; dégourdi; intelligemment; promptement; ingénieusement)
adrem; bijdehand; snedig; gevat; raak
- adrem bijvoeglijk naamwoord
- bijdehand bijvoeglijk naamwoord
- snedig bijvoeglijk naamwoord
- gevat bijvoeglijk naamwoord
- raak bijvoeglijk naamwoord
à propos (approprié; bien placé; qui va droit au but; frappant)
toepasselijk; treffend
- toepasselijk bijvoeglijk naamwoord
- treffend bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor à propos:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bijdehand	adroit; alerte; astucieusement; astucieux; au fait; avec ruse; avisé; débrouillard; dégourdi; fin; futé; habile; ingénieusement; ingénieux; intelligemment; intelligent; judicieux; malin; prompt; prompt à la riposte; promptement; rusé; sagace; tranchant; vif; vive; à propos; éveillé	maligne; malin; perspicace; vif; éveillé
gelegen	au bon moment; de saison; opportun; propice; à propos	situé
gevat	adroit; alerte; astucieusement; astucieux; au fait; avec ruse; avisé; débrouillard; dégourdi; fin; futé; habile; ingénieusement; ingénieux; intelligemment; intelligent; judicieux; malin; prompt; prompt à la riposte; promptement; rusé; sagace; tranchant; vif; vive; à propos; éveillé	clairvoyant; fin; finement; futé; intelligent; roublard; sagace
raak	adroit; alerte; astucieusement; astucieux; au fait; avec ruse; avisé; débrouillard; dégourdi; fin; futé; habile; ingénieusement; ingénieux; intelligemment; intelligent; judicieux; malin; prompt; prompt à la riposte; promptement; rusé; sagace; tranchant; vif; vive; à propos; éveillé	bref; concis; lapidaire; sans détours; sommaire; succinct; succinctement
snedig	adroit; alerte; astucieusement; astucieux; au fait; avec ruse; avisé; débrouillard; dégourdi; fin; futé; habile; ingénieusement; ingénieux; intelligemment; intelligent; judicieux; malin; prompt; prompt à la riposte; promptement; rusé; sagace; tranchant; vif; vive; à propos; éveillé	clairvoyant; fin; finement; futé; intelligent; roublard; sagace
toepasselijk	approprié; bien placé; frappant; qui va droit au but; à propos
treffend	approprié; bien placé; frappant; qui va droit au but; à propos	avoué; caractéristique; clair; considérable; considérablement; frappant; marquant; notable; notablement; ostensiblement; particulier; particulièrement; remarquable; représentatif; saillant; sans équivoque; spécifique; substantiel; surprenant; typique; typiquement; voyant; évidemment; évident
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
trouwens	au demeurant; d'ailleurs; du reste; à propos
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
adrem	adroit; alerte; astucieusement; astucieux; au fait; avec ruse; avisé; débrouillard; dégourdi; fin; futé; habile; ingénieusement; ingénieux; intelligemment; intelligent; judicieux; malin; prompt; prompt à la riposte; promptement; rusé; sagace; tranchant; vif; vive; à propos; éveillé
apropos	d'ailleurs; à propos
terzake	au point; concis; à propos
van pas	au bon moment; de saison; opportun; propice; à propos
à propos	au demeurant; d'ailleurs; du reste; à propos

Synoniemen voor "à propos":

opportunément; à pic

Wiktionary: à propos

à propos

conj

Traductions à trier suivant le sens
- à propos → apropos; tussen haakjes

Cross Translation:

From	To	Via
• à propos	→ betreffend	↔ apropos — regarding or concerning
• à propos	→ terloops	↔ apropos — by the way
• à propos	→ trouwens; nu dat ik eraan denk; overigens; tussen haakjes	↔ by the way — incidentally

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van propos

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor propos (Nederlands) in het Frans

à propos:

à propos bijvoeglijk naamwoord

à propos (trouwens)
à propos; au demeurant; du reste; d'ailleurs
- à propos bijvoeglijk naamwoord
- au demeurant bijvoeglijk naamwoord
- du reste bijvoeglijk naamwoord
- d'ailleurs bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor à propos:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
au demeurant	trouwens; à propos
d'ailleurs	trouwens; à propos	'tuurlijk; allicht; apropos; behalve dat; bijgevolg; bovendien; daarbij; daarenboven; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; overigens; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel
du reste	trouwens; à propos	behalve dat; bovendien; daarbij; daarenboven; overigens
à propos	trouwens; à propos	adrem; apropos; bijdehand; gelegen; gevat; raak; snedig; terzake; toepasselijk; treffend; van pas

Wiktionary: à propos

Cross Translation:

From	To	Via
• à propos	→ à propos de	↔ apropos — leitet auf ein ähnliches oder verwandtes Gesprächsthema über

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van propos

à propos

Remove Ads

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: propos

Uitgebreide vertaling voor propos (Frans) in het Nederlands

propos:

propos [le ~] zelfstandig naamwoord

le propos (intention; dessein; résolution; projet)

Vertaal Matrix voor propos:

Synoniemen voor "propos":

Wiktionary: propos

proposé:

proposé bijvoeglijk naamwoord

proposé (visé; présenté; imaginé; privilégié; figuré)

proposé (prochain; futur; à venir; entendu; apprenti; proche; en herbe)

proposé (prévu; entendu; projeté; visé; poursuivi)

Vertaal Matrix voor proposé:

Synoniemen voor "proposé":

à-propos:

à-propos [le ~] zelfstandig naamwoord

l'à-propos (esprit débrouillard; ingéniosité; intelligence; perspicacité; sagacité; promptitude; esprit d'à-propos; promptitude à la riposte; réplique prompte; esprit de repartie)

Vertaal Matrix voor à-propos:

Synoniemen voor "à-propos":

à propos:

à propos bijvoeglijk naamwoord

à propos (d'ailleurs; au demeurant; du reste)

à propos (d'ailleurs)

à propos (au point; concis)

à propos (opportun; propice; au bon moment; de saison)

à propos (au fait; prompt à la riposte; vif; malin; débrouillard; intelligent; sagace; adroit; tranchant; astucieusement; futé; judicieux; vive; habile; éveillé; avec ruse; fin; alerte; rusé; astucieux; avisé; prompt; ingénieux; dégourdi; intelligemment; promptement; ingénieusement)

à propos (approprié; bien placé; qui va droit au but; frappant)

Vertaal Matrix voor à propos:

Synoniemen voor "à propos":

Wiktionary: à propos

Verwante vertalingen van propos

Uitgebreide vertaling voor propos (Nederlands) in het Frans

à propos:

à propos bijvoeglijk naamwoord

à propos (trouwens)

Vertaal Matrix voor à propos:

Wiktionary: à propos

Verwante vertalingen van propos