Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: ouverture

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: ouverture

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ouverture:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. ouverture:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor ouverture (Frans) in het Nederlands

ouverture:

ouverture [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'ouverture (commencement; début; départ; )
    het begin; de opening; de aanvang; de start; de inzet
    • begin [het ~] zelfstandig naamwoord
    • opening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • aanvang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • start [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • inzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. l'ouverture (brèche; trou; trouée)
    de bres; de opening; het gat
    • bres [de ~] zelfstandig naamwoord
    • opening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gat [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. l'ouverture
    de ouverture
  4. l'ouverture
    opendoen
  5. l'ouverture
    de openstelling
  6. l'ouverture
    openmaken
  7. l'ouverture
    openduwen; openstoten
  8. l'ouverture (dilatation)
    de ontsluiting; ontsluiten; de openlegging
  9. l'ouverture (fuite; vide; trou; petit trou)
    de lek; het lekken
    • lek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • lekken [het ~] zelfstandig naamwoord
  10. l'ouverture (valeur d'ouverture; f : chiffre)
    brandpuntsverhouding; f-getal

Vertaal Matrix voor ouverture:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanvang amorce; commencement; début; décollage; démarrage; départ; origine; ouverture
begin amorce; commencement; début; décollage; démarrage; départ; origine; ouverture
bres brèche; ouverture; trou; trouée
gat brèche; ouverture; trou; trouée anus; crevasse; derrière; encoche; fesses; fuite d'eau; hameau; trou de balle
inzet amorce; commencement; début; décollage; démarrage; départ; origine; ouverture ambition; application; ardeur; assiduité; attachement; but; caractère passionné; cible; consécration; dessein; destination; dévouement; effort; emploi; enjeu; fougue; intention; mise; mise à prix; objectif; passion; sollicitude; tentative; usage; utilisation
lek fuite; ouverture; petit trou; trou; vide fuite; fuite d'eau
lekken fuite; ouverture; petit trou; trou; vide
ontsluiten dilatation; ouverture
ontsluiting dilatation; ouverture
opendoen ouverture
openduwen ouverture
opening amorce; brèche; commencement; début; décollage; démarrage; départ; origine; ouverture; trou; trouée baie; blanc; brèche; cannelure; carrière; coupe-feu; creux; crevasse; embrasure; encoche; entaille; entrebâillement; espace; fente; fissure; fossé; gorge; gouffre; interligne; intervalle; pare-feu; pause; précipice; rainure; ravin; sillon; tranchée
openlegging dilatation; ouverture
openmaken ouverture
openstelling ouverture
openstoten ouverture
ouverture ouverture
start amorce; commencement; début; décollage; démarrage; départ; origine; ouverture cérémonie d'inauguration; cérémonie d'ouverture; lancement
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lekken se dégonfler
ontsluiten desserrer; déboucher; déboulonner; déboutonner; découvrir; dénouer; déverrouiller; dévisser; exposer; mettre à nu; ouvrir; tourner
opendoen déboutonner; découvrir; dénouer; exposer; mettre à nu; ouvrir
openduwen ouvrir en poussant
openmaken déboutonner; découvrir; dénouer; exposer; mettre à nu; ouvrir
openstoten défoncer; ouvrir avec force; pousser
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lek crevé; non étanche; percé
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
brandpuntsverhouding f : chiffre; ouverture; valeur d'ouverture
f-getal f : chiffre; ouverture; valeur d'ouverture

Synoniemen voor "ouverture":


Wiktionary: ouverture

ouverture
noun
  1. Symphonie par laquelle commence un opéra
  2. action d’ouvrir.
ouverture
noun
  1. een plaats die toegang biedt tot iets dat is afgesloten
  2. het openstellen van iets wat nog niet toegankelijk of in functie was
  3. een meestal instrumentaal muziekstuk dat als opening fungeert van een opera of operette
Cross Translation:
FromToVia
• ouverture → diafragma; opening ↔ aperture — diameter of the aperture (in the sense above)
• ouverture → ouverture ↔ Ouvertüre — instrumentales Einleitungsstück einer Oper, das üblicherweise bei noch geschlossenem Vorhang gespielt wird und oft die wichtigsten musikalischen Gedanken des Werkes bereits vorab zusammenfassend vorstellt

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van ouverture



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor ouverture (Nederlands) in het Frans

ouverture:

ouverture [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

  1. de ouverture
    l'ouverture

Vertaal Matrix voor ouverture:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ouverture ouverture aanvang; begin; brandpuntsverhouding; bres; f-getal; gat; inzet; lek; lekken; ontsluiten; ontsluiting; opendoen; openduwen; opening; openlegging; openmaken; openstelling; openstoten; start

Verwante woorden van "ouverture":

  • ouverturen, ouvertures

Wiktionary: ouverture

ouverture
noun
  1. een meestal instrumentaal muziekstuk dat als opening fungeert van een opera of operette
ouverture
noun
  1. Symphonie par laquelle commence un opéra
Cross Translation:
FromToVia
• ouverture → ouverture ↔ Ouvertüre — instrumentales Einleitungsstück einer Oper, das üblicherweise bei noch geschlossenem Vorhang gespielt wird und oft die wichtigsten musikalischen Gedanken des Werkes bereits vorab zusammenfassend vorstellt

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0541 seconde
Page rendered in 1.0 seconds