Home ->Woordenboeken ->Frans/Nederlands ->Zoek: mélange

Franse en Nederlandse zoekresultaten voor: mélange

Overzicht
Frans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. mélange:
  2. mélanger:
  3. mélangé:
  4. Wiktionary:
Nederlands naar Frans:   Meer gegevens...
  1. melange:
  2. Wiktionary:

Frans

Uitgebreide vertaling voor mélange (Frans) in het Nederlands

mélange:

mélange [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le mélange (mixtion; mixture; alliage)
    het mengsel; de melange
    • mengsel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • melange [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. le mélange (mix)
    de mix
    • mix [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. le mélange (brassin; breuvage; mixtion; élucubration)
    het mengsel; het brouwsel
    • mengsel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • brouwsel [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. le mélange
    de mengeling
  5. le mélange
    de vermenging
  6. le mélange (mixture; fusion; mixtion)
    mengen; melêren; vermengen; het mixen
    • mengen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • melêren [znw.] zelfstandig naamwoord
    • vermengen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • mixen [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. le mélange (amalgame; mixture; fusion; )
    amalgamatie; de fusie; de versmelting
  8. le mélange (alliage)
    mêleren
  9. le mélange (fusion; alliage)
    de menging
    • menging [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  10. le mélange (méli-mélo; pêle-mêle; amalgame; )
    de mengelmoes; het samenraapsel; het allegaartje

Vertaal Matrix voor mélange:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
allegaartje amalgame; bric-à-brac; mélange; méli-mélo; pot-pourri; pêle-mêle; ramassis; rassemblement; salade; troupe
amalgamatie alliage; amalgame; fusion; mixtion; mixture; mélange; union amalgamation
brouwsel brassin; breuvage; mixtion; mélange; élucubration
fusie alliage; amalgame; fusion; mixtion; mixture; mélange; union fusion; fusionnement; union
melange alliage; mixtion; mixture; mélange
melêren fusion; mixtion; mixture; mélange
mengeling mélange
mengelmoes amalgame; bric-à-brac; mélange; méli-mélo; pot-pourri; pêle-mêle; ramassis; rassemblement; salade; troupe
mengen fusion; mixtion; mixture; mélange
menging alliage; fusion; mélange
mengsel alliage; brassin; breuvage; mixtion; mixture; mélange; élucubration
mix mix; mélange
mixen fusion; mixtion; mixture; mélange
mêleren alliage; mélange
samenraapsel amalgame; bric-à-brac; mélange; méli-mélo; pot-pourri; pêle-mêle; ramassis; rassemblement; salade; troupe
vermengen fusion; mixtion; mixture; mélange
vermenging mélange
versmelting alliage; amalgame; fusion; mixtion; mixture; mélange; union
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mengen allier; interférer; intervenir; intervenir dans; mixer; mélanger; mêler; s'interposer; se mêler; se mêler de
mixen actionner; mixer; mélanger; remuer
vermengen allier; mixer; mélanger; mêler

Synoniemen voor "mélange":


Wiktionary: mélange

mélange
noun
  1. action de mélanger ou résultat de cette action.
mélange
noun
  1. scheikunde|nld een combinatie van twee of meer verschillende chemische stoffen die door elkaar worden gemengd zonder dat daarbij de molecuul hun identiteit verliezen

mélange vorm van mélanger:

mélanger werkwoord (mélange, mélanges, mélangeons, mélangez, )

  1. mélanger (mêler; mixer; allier)
    mengen; vermengen; dooreenmengen
    • mengen werkwoord (meng, mengt, mengde, mengden, gemengd)
    • vermengen werkwoord (vermeng, vermengt, vermengde, vermengden, vermengd)
    • dooreenmengen werkwoord
  2. mélanger (mixer; remuer; actionner)
    mixen; roeren
    • mixen werkwoord (mix, mixt, mixte, mixten, gemixt)
    • roeren werkwoord (roer, roert, roerde, roerden, geroerd)
  3. mélanger (changer; échanger; substituer)
    husselen; door elkaar schudden; hutselen
  4. mélanger (remuer; agiter)
    roeren; beroeren
    • roeren werkwoord (roer, roert, roerde, roerden, geroerd)
    • beroeren werkwoord (beroer, beroert, beroerde, beroerden, beroerd)
  5. mélanger (ajouter à; ajouter; ajouter en mélangeant)
    bijmengen; aan mengsel toevoegen
  6. mélanger (toucher légèrement; frôler; toucher; )
    aanstippen; aanroeren; even aanraken
    • aanstippen werkwoord (stip aan, stipt aan, stipte aan, stipten aan, aangestipt)
    • aanroeren werkwoord (roer aan, roert aan, roerde aan, roerden aan, aangeroerd)
    • even aanraken werkwoord (raak even aan, raakt even aan, raakte even aan, raakten even aan, even aangeraakt)
  7. mélanger
    doorelkaargooien

Conjugations for mélanger:

Présent
  1. mélange
  2. mélanges
  3. mélange
  4. mélangeons
  5. mélangez
  6. mélangent
imparfait
  1. mélangeais
  2. mélangeais
  3. mélangeait
  4. mélangions
  5. mélangiez
  6. mélangeaient
passé simple
  1. mélangeai
  2. mélangeas
  3. mélangea
  4. mélangeâmes
  5. mélangeâtes
  6. mélangèrent
futur simple
  1. mélangerai
  2. mélangeras
  3. mélangera
  4. mélangerons
  5. mélangerez
  6. mélangeront
subjonctif présent
  1. que je mélange
  2. que tu mélanges
  3. qu'il mélange
  4. que nous mélangions
  5. que vous mélangiez
  6. qu'ils mélangent
conditionnel présent
  1. mélangerais
  2. mélangerais
  3. mélangerait
  4. mélangerions
  5. mélangeriez
  6. mélangeraient
passé composé
  1. ai mélangé
  2. as mélangé
  3. a mélangé
  4. avons mélangé
  5. avez mélangé
  6. ont mélangé
divers
  1. mélange!
  2. mélangez!
  3. mélangeons!
  5. mélangé
  6. mélangeant
1. je, 2. tu, 3. il/elle/on, 4. nous, 5. vous, 6. ils/elles

Vertaal Matrix voor mélanger:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
mengen fusion; mixtion; mixture; mélange
mixen fusion; mixtion; mixture; mélange
vermengen fusion; mixtion; mixture; mélange
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan mengsel toevoegen ajouter; ajouter en mélangeant; ajouter à; mélanger
aanroeren effleurer; frôler; marquer d'un point; mélanger; toquer; toucher; toucher légèrement; toucher un moment; toucher à peine à
aanstippen effleurer; frôler; marquer d'un point; mélanger; toquer; toucher; toucher légèrement; toucher un moment; toucher à peine à cocher; marquer; marquer d'un point; marquer d'un trait
beroeren agiter; mélanger; remuer actionner; atteindre; battre; bouger; mettre en mouvement; remuer; se déplacer; toucher
bijmengen ajouter; ajouter en mélangeant; ajouter à; mélanger
door elkaar schudden changer; mélanger; substituer; échanger
dooreenmengen allier; mixer; mélanger; mêler
doorelkaargooien mélanger
even aanraken effleurer; frôler; marquer d'un point; mélanger; toquer; toucher; toucher légèrement; toucher un moment; toucher à peine à
husselen changer; mélanger; substituer; échanger
hutselen changer; mélanger; substituer; échanger
mengen allier; mixer; mélanger; mêler interférer; intervenir; intervenir dans; s'interposer; se mêler; se mêler de
mixen actionner; mixer; mélanger; remuer
roeren actionner; agiter; mixer; mélanger; remuer agiter; attiser; battre; bouger; brouiller; déplacer; fatiguer; mettre en émoi; pousser; remuer; toucher légèrement; tourner; transférer; transposer
vermengen allier; mixer; mélanger; mêler

Synoniemen voor "mélanger":


Wiktionary: mélanger

mélanger
verb
  1. Unir plusieurs choses ensemble pour former un tout
Cross Translation:
FromToVia
• mélanger → vermengen ↔ mingle — To mix; to intermix; to combine or join
• mélanger → mengen ↔ mix — stir two or more substances together
• mélanger → door mekaar mengen; verwarren ↔ muddle — mix together, to mix up; to confuse
• mélanger → schudden ↔ shuffle — to put in a random order
• mélanger → mengen ↔ mischen — vermengen; kombinieren; vereinen (ohne spezielle Anordnung)
• mélanger → mixen ↔ mixen — etwas mit Hilfe eines Mixers zerkleinern und mischen
• mélanger → mixen ↔ mixen — etwas, insbesondere alkoholische Getränke mischen

mélangé:

mélangé bijvoeglijk naamwoord

  1. mélangé (mixte; mêlé)
    gemengd; gemêleerd; gemixed
  2. mélangé (débraillé; en désordre; désordonné; )
    door elkaar; dooreen
  3. mélangé (mélangé en remuant; brassé; mixte; mêlé; remué)
    gemengd; door elkaar geroerd
  4. mélangé (hommes et femmes; mixé; mêlé; mixte)
    gemengd; man en vrouw samen
  5. mélangé (bien mélangé; mêlé; remué)
    doorgeroerd
  6. mélangé (joint; mêlé; mixte; mixé)
    samengevoegd; bijeengevoegd

Vertaal Matrix voor mélangé:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gemengd brassé; hommes et femmes; mixte; mixé; mélangé; mélangé en remuant; mêlé; remué
gemêleerd mixte; mélangé; mêlé
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dooreen avec négligence; d'une façon désordonnée; débraillé; désordonné; en désordre; mélangé; négligemment; pêle-mêle en désordre
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijeengevoegd joint; mixte; mixé; mélangé; mêlé
door elkaar avec négligence; d'une façon désordonnée; débraillé; désordonné; en désordre; mélangé; négligemment; pêle-mêle
door elkaar geroerd brassé; mixte; mélangé; mélangé en remuant; mêlé; remué
doorgeroerd bien mélangé; mélangé; mêlé; remué
gemixed mixte; mélangé; mêlé
man en vrouw samen hommes et femmes; mixte; mixé; mélangé; mêlé
samengevoegd joint; mixte; mixé; mélangé; mêlé

Synoniemen voor "mélangé":


Wiktionary: mélangé

Cross Translation:
FromToVia
• mélangé → gemengd ↔ mixed — having two or more separate aspects

Verwante vertalingen van mélange



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor mélange (Nederlands) in het Frans

melange:

melange [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

  1. de melange (mengsel)
    le mélange; la mixtion; la mixture; l'alliage
    • mélange [le ~] zelfstandig naamwoord
    • mixtion [la ~] zelfstandig naamwoord
    • mixture [la ~] zelfstandig naamwoord
    • alliage [le ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor melange:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alliage melange; mengsel alliage; alligatie; amalgamatie; fusie; legering; menging; metaallegering; metaalmengsel; mêleren; versmelting
mixtion melange; mengsel amalgamatie; brouwsel; fusie; melêren; mengen; mengsel; mixen; vermengen; versmelting
mixture melange; mengsel amalgamatie; fusie; melêren; mengen; mixen; vermengen; versmelting
mélange melange; mengsel allegaartje; amalgamatie; brouwsel; fusie; melêren; mengeling; mengelmoes; mengen; menging; mengsel; mix; mixen; mêleren; samenraapsel; vermengen; vermenging; versmelting

Verwante woorden van "melange":

  • melanges


Wiktionary: mélange

mélange







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0679 seconde
Page rendered in 1.0 seconds