Overzicht
Frans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
future:
-
Wiktionary:
future → later - Gebruikers suggesties voor future:
toekomst, toekomstig
-
Wiktionary:
Frans
Uitgebreide vertaling voor future (Frans) in het Nederlands
future: (*Woord en zin splitter gebruikt)
- futé: slim; uitgeslapen; kien; clever; schrander; goochem; bij de pinken; pienter; snugger; gemeen; stiekem; sluw; achterbaks; geslepen; geraffineerd; geniepig; listig; leep; slinks; doortrapt; gewiekst; snood; uitgekookt; gehaaid; gluiperig; uitgekiend; scherpzinnig; spitsvondig; bijdehand; raak; gevat; adrem; snedig
- urée: ureum
- fût: bak; pot; ton; vat; emmer; kuip; fust; barrel; teil
- être: verkeren; ergens verkeren; persoon; mens; wezen; individu; sterveling; schepsel; creatuur; zijn
Wiktionary: future
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• future | → later | ↔ nachmalig — schriftsprachlich, veraltend: baldig nach einer nicht genau bestimmbaren Zeit beginnend, eintretend, sich ereignend, erfolgend, geschehend |