Overzicht
Frans Synoniemen: Meer gegevens...
-
répugnant:
- répugnant; hideux; affreux; vilain; disgracieux; désagréable; peu aimable; peu sociable; déplaisant; vilainement; désagréablement; peu attrayant; peu séduisant; dégoûtant; pourri; dégueulasse; crasseux; salement; écoeurant; malpropre; repoussant; insipide; répulsif; peu appétissant; inhumain; féroce; barbare; épouvantable; rude; cruel; brutal; durement; cruelle; affreusement; impitoyable; monstrueux; sans pitié; atroce; terrible; dur; abominable; terrifiant; brutalement; rêche; atrocement; cruellement; férocement; hideusement; inhumainement; choquant; fâcheux; révoltant; sordidement; désolant; morne; pris de nausées; écoeuré; maladif; malsain; indisposé; ayant mal au coeur; morose; insalubre; inconsolable; mélancolique; immonde; patraque; horrible; exécrable; détestable; horriblement; détestablement
Frans
Uitgebreide synoniemen voor répugnant in het Frans
répugnant:
-
répugnant
répugnant; hideux; affreux; vilain; disgracieux; désagréable; peu aimable; peu sociable; déplaisant; vilainement; désagréablement; peu attrayant; peu séduisant-
répugnant bijvoeglijk naamwoord
-
hideux bijvoeglijk naamwoord
-
affreux bijvoeglijk naamwoord
-
vilain bijvoeglijk naamwoord
-
disgracieux bijvoeglijk naamwoord
-
désagréable bijvoeglijk naamwoord
-
peu aimable bijvoeglijk naamwoord
-
peu sociable bijvoeglijk naamwoord
-
déplaisant bijvoeglijk naamwoord
-
vilainement bijvoeglijk naamwoord
-
désagréablement bijvoeglijk naamwoord
-
peu attrayant bijvoeglijk naamwoord
-
peu séduisant bijvoeglijk naamwoord
-
-
répugnant
-
répugnant
répugnant; repoussant; insipide; répulsif; dégoûtant; peu appétissant-
répugnant bijvoeglijk naamwoord
-
repoussant bijvoeglijk naamwoord
-
insipide bijvoeglijk naamwoord
-
répulsif bijvoeglijk naamwoord
-
dégoûtant bijvoeglijk naamwoord
-
peu appétissant bijvoeglijk naamwoord
-
-
répugnant
inhumain; féroce; barbare; épouvantable; rude; cruel; répugnant; brutal; durement; cruelle; affreusement; affreux; impitoyable; monstrueux; sans pitié; atroce; terrible; dur; abominable; terrifiant; hideux; brutalement; rêche; atrocement; cruellement; férocement; hideusement; inhumainement-
inhumain bijvoeglijk naamwoord
-
féroce bijvoeglijk naamwoord
-
barbare bijvoeglijk naamwoord
-
épouvantable bijvoeglijk naamwoord
-
rude bijvoeglijk naamwoord
-
cruel bijvoeglijk naamwoord
-
répugnant bijvoeglijk naamwoord
-
brutal bijvoeglijk naamwoord
-
durement bijvoeglijk naamwoord
-
cruelle bijvoeglijk naamwoord
-
affreusement bijvoeglijk naamwoord
-
affreux bijvoeglijk naamwoord
-
impitoyable bijvoeglijk naamwoord
-
monstrueux bijvoeglijk naamwoord
-
sans pitié bijvoeglijk naamwoord
-
atroce bijvoeglijk naamwoord
-
terrible bijvoeglijk naamwoord
-
dur bijvoeglijk naamwoord
-
abominable bijvoeglijk naamwoord
-
terrifiant bijvoeglijk naamwoord
-
hideux bijvoeglijk naamwoord
-
brutalement bijvoeglijk naamwoord
-
rêche bijvoeglijk naamwoord
-
atrocement bijvoeglijk naamwoord
-
cruellement bijvoeglijk naamwoord
-
férocement bijvoeglijk naamwoord
-
hideusement bijvoeglijk naamwoord
-
inhumainement bijvoeglijk naamwoord
-
-
répugnant
dégoûtant; répugnant; répulsif; repoussant; écoeurant-
dégoûtant bijvoeglijk naamwoord
-
répugnant bijvoeglijk naamwoord
-
répulsif bijvoeglijk naamwoord
-
repoussant bijvoeglijk naamwoord
-
écoeurant bijvoeglijk naamwoord
-
-
répugnant
terrible; monstrueux; affreux; répugnant; atrocement; hideusement; atroce; hideux; affreusement-
terrible bijvoeglijk naamwoord
-
monstrueux bijvoeglijk naamwoord
-
affreux bijvoeglijk naamwoord
-
répugnant bijvoeglijk naamwoord
-
atrocement bijvoeglijk naamwoord
-
hideusement bijvoeglijk naamwoord
-
atroce bijvoeglijk naamwoord
-
hideux bijvoeglijk naamwoord
-
affreusement bijvoeglijk naamwoord
-
-
répugnant
choquant; désagréable; répugnant; dégoûtant; fâcheux; écoeurant; repoussant; malpropre; révoltant; crasseux; salement; sordidement-
choquant bijvoeglijk naamwoord
-
désagréable bijvoeglijk naamwoord
-
répugnant bijvoeglijk naamwoord
-
dégoûtant bijvoeglijk naamwoord
-
fâcheux bijvoeglijk naamwoord
-
écoeurant bijvoeglijk naamwoord
-
repoussant bijvoeglijk naamwoord
-
malpropre bijvoeglijk naamwoord
-
révoltant bijvoeglijk naamwoord
-
crasseux bijvoeglijk naamwoord
-
salement bijvoeglijk naamwoord
-
sordidement bijvoeglijk naamwoord
-
-
répugnant
désolant; morne; pris de nausées; dégoûtant; écoeuré; maladif; malsain; indisposé; ayant mal au coeur; dégueulasse; écoeurant; repoussant; morose; sordidement; insalubre; répugnant; malpropre; inconsolable; choquant; mélancolique; immonde; révoltant; crasseux; patraque; salement-
désolant bijvoeglijk naamwoord
-
morne bijvoeglijk naamwoord
-
pris de nausées bijvoeglijk naamwoord
-
dégoûtant bijvoeglijk naamwoord
-
écoeuré bijvoeglijk naamwoord
-
maladif bijvoeglijk naamwoord
-
malsain bijvoeglijk naamwoord
-
indisposé bijvoeglijk naamwoord
-
ayant mal au coeur bijvoeglijk naamwoord
-
dégueulasse bijvoeglijk naamwoord
-
écoeurant bijvoeglijk naamwoord
-
repoussant bijvoeglijk naamwoord
-
morose bijvoeglijk naamwoord
-
sordidement bijvoeglijk naamwoord
-
insalubre bijvoeglijk naamwoord
-
répugnant bijvoeglijk naamwoord
-
malpropre bijvoeglijk naamwoord
-
inconsolable bijvoeglijk naamwoord
-
choquant bijvoeglijk naamwoord
-
mélancolique bijvoeglijk naamwoord
-
immonde bijvoeglijk naamwoord
-
révoltant bijvoeglijk naamwoord
-
crasseux bijvoeglijk naamwoord
-
patraque bijvoeglijk naamwoord
-
salement bijvoeglijk naamwoord
-
-
répugnant
monstrueux; hideusement; affreux; horrible; abominable; répugnant; exécrable; hideux; détestable; horriblement; détestablement-
monstrueux bijvoeglijk naamwoord
-
hideusement bijvoeglijk naamwoord
-
affreux bijvoeglijk naamwoord
-
horrible bijvoeglijk naamwoord
-
abominable bijvoeglijk naamwoord
-
répugnant bijvoeglijk naamwoord
-
exécrable bijvoeglijk naamwoord
-
hideux bijvoeglijk naamwoord
-
détestable bijvoeglijk naamwoord
-
horriblement bijvoeglijk naamwoord
-
détestablement bijvoeglijk naamwoord
-