Frans

Uitgebreide synoniemen voor noceur in het Frans

noceur:

noceur [le ~] zelfstandig naamwoord

  1. le noceur
    le noctambule; le noceur
  2. le noceur
    le noceur; le bon vivant; le bambocheur; le viveur; le vadrouilleur; le vieux marcheur

Alternatieve synoniemen voor "noceur":